Om inzicht te krijgen in de inspanningen en vorderingen bij instellingen, ging de IGJ met twaalf grote ggz-aanbieders in gesprek. De inzet, het verantwoordelijkheidsgevoel en de ambitie van de instellingen worden door de inspectie gewaardeerd. Zij zien zelf ook in dat ze meer actie kunnen nemen om meer volgens de richtlijn te werken en bij te dragen aan het terugdringen van het aantal zelfdodingen.

Ggz-medewerkers scholen

De komende jaren willen ze de zorg voor suïcidale patiënten en hun naasten verbeteren. Daarvoor willen ze medewerkers scholen en controleren op deelname. Ook personeel dat werkt met hoog-risicodoelgroepen krijgt scholing. Er komt meer alertheid op de aanwezigheid van een actueel veiligheids- of signaleringsplan, het ontwikkelen van meer behandelingsmogelijkheden bij (chronische) suïcidaliteit en het vastleggen van gegevens hierover in het elektronisch patiëntendossier. Naasten worden in de toekomst beter betrokken bij de behandeling van hun suïcidale familielid en bij de evaluatie na een suïcide of suïcidepoging.

Minder aandacht voor onderzoek na suïcide 

Uit meldingen die de IGJ ontvangt blijkt dat grote ggz-instellingen goed zelf onderzoek kunnen doen na een suïcide of ernstige poging. Daarom richt  de inspectie zich in de toekomst minder op het beoordelen van deze onderzoeken na een melding hiervan en meer op het resultaat van de verbeteracties die daarop volgen. Ook houdt de inspectie de ontwikkeling van het suïcidepreventiebeleid van de instellingen in de gaten, onder meer door regelmatig met hen in gesprek te gaan.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky