Iemand met katatonie kan moeite krijgen met bewegen, niet meer op zijn of haar omgeving reageren of vreemd gedrag vertonen. De aandoening heeft te maken met de hersencellen, die te veel of te weinig boodschappen naar elkaar sturen als gevolg van langdurig drugsgebruik, een stofwisselingsziekte, mentale aandoening of door een foutje in de genen. In dit artikel leggen we uit wat de kenmerken en oorzaken van katatonie zijn, hoe de diagnose wordt gesteld en wat een passende behandeling is.
Katatonie uit zich op verschillende manieren
Een katatonie uit zich op verschillende manieren. Sommige patiënten kunnen urenlang niet stoppen met bewegen, terwijl anderen verstijfd zijn. Ander motorische kenmerken zijn slecht of niet kunnen reageren op de omgeving, niet meer kunnen praten (mutisme), herhaalde bewegingen en afwijkende gezichtsuitdrukkingen. Het opvallende aan katatonie is dat de kenmerken gedurende de dag kunnen wisselen, wat een juiste diagnose kan bemoeilijken. Tussen de 8 en 38 procent van de psychiatrische patiënten krijgt te maken met een katatonie.
Het duurt soms wel weken of maanden voordat een arts katatonie herkent en er dus een behandeling gestart kan worden. Dit komt ook doorat bepaalde kenmerken van katatonie lijken op epilepsie, delier of een manie. Iemand die antipsychotica gebruikt kan bijwerkingen krijgen die lijken op de kenmerken van een katatonie. Goede en tijdige behandeling kan katatonie helemaal genezen. Maar er is altijd kans op blijvende schade.
Katatonie door drugsgebruik, stofwisselingsziekte of depressie
Iemand die langdurig drugs als LSD, amfetatmine, XTC of cocaïne gebruikt kan in een katatonische toestand raken. Soms is katatonie een bijwerking van medicijnen tegen trombose, ontstekingen of psychoses. Ook kan een stofwisselingsziekte de oorzaak van katatonie, net als psychiatrische aandoeningen als een depressie, bipolaire stoornis, posttraumatische stressstoornis of autisme.
Er is ook een verhoogde kans op katatonie bij mensen met onder meer het Prader-Willi syndroom of het Kleine-Levin-syndroom.
Katatonie behandelen met lorazepam of ECT
De ernst van de katatonie bepaalt hoe een arts de aandoening zal behandelen. Vaak is een katatonie te behandelen met lorazepam; een rustgevend middel. Bij een katatonische toestand van enkele dagen tot weken, reageert 67 procent van de patiënten hier goed op. De dosis kan verhoogd worden tot het gewenste effect is bereikt. Verliest dit medicijn na een week zijn effectiviteit, dan kan een arts ervoor kiezen elektroconvulsietherapie toe te passen, waarvan soms meerdere behandelingen nodig zijn. De behandeling is pas afgerond als de katatonie helemaal weg is. Zonder behandeling kan iemand maanden of zelfs jaren in dezelfde toestand blijven.
Een katatonie zorgt ervoor dat iemand niet zelfstandig kan eten of drinken, dus moeten artsen en verzorgers voorkomen dat de patiënt uitdroogt en ondervoed raakt. School en werk zijn tijdens een katatonie veelal uitgesloten, maar erna is dit veelal wel weer mogelijk. Tijdens een katatonie is het niet mogelijk om contact te maken met anderen, vanwege de fout in de hersencellen. Hierdoor kunnen ook geheugenproblemen optreden, die zelfs na behandelingen met ECT aan kunnen houden.
Lees ook: Ouders verliezen zaak over elektrotherapie dochter met katatonie
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky
Bronnen: Hersenstichting, Rijnstate, Royal College of Psychiatrists