Mantelzorgers die een partner verzorgen besteden meer uren aan huishoudelijke zorgtaken dan mantelzorgers die een ouder verzorgen. Ook ervaren zij een hogere totale belasting, meer geestelijke en fysieke gezondheidsproblemen en meer problemen met het combineren van de mantelzorg met andere dagelijkse activiteiten, in vergelijking met ouder-mantelzorgers. Dit blijkt uit onderzoek van epidemioloog Marloes Oldenkamp van het Universitair Medisch Centrum Groningen, zo meldt het UMCG.
In Nederland waren er in 2014 ongeveer 4,3 miljoen mensen van 18 jaar en ouder die in het voorafgaande jaar mantelzorg hadden gegeven. Veel mantelzorgers hebben positieve ervaringen met het geven van mantelzorg, maar ongeveer 10 procent voelt zich zwaar belast.
In haar proefschrift ging Oldenkamp na of en hoe variatie in negatieve en positieve mantelzorgervaringen is te verklaren door kenmerken van de mantelzorger, de gezondheidssituatie van de zorgontvanger, de situatie waarin de mantelzorg gegeven wordt en de mogelijke weerslag die mantelzorg kan hebben op andere levensgebieden zoals betaald werk. Zij betrok via vragenlijsten de ervaringen van 965 mantelzorgers in haar onderzoek.
Uit het onderzoek van Oldenkamp blijkt dat er verschillen zijn tussen partner-mantelzorgers en ouder-mantelzorgers. Zo verlenen partner-mantelzorgers gemiddeld meer uren huishoudelijke zorgtaken dan ouder-mantelzorgers. De ouders van ouder-mantelzorgers hebben gemiddeld een slechtere gezondheid dan de partners van partner-mantelzorgers. De partner-mantelzorgers ervaren een hogere totale belasting, meer geestelijke en fysieke gezondheidsproblemen en meer problemen met het combineren van de mantelzorg met andere dagelijkse activiteiten, in vergelijking met ouder-mantelzorgers. Volgens Oldenkamp betekent dit dat bij de ondersteuning van mantelzorgers meegenomen moet worden of het partner- of ouder- mantelzorgers zijn.
Uit het onderzoekt van Oldenkamp blijkt verder dat de mantelzorg weerslag kan hebben op andere levensgebieden zoals betaald werk en kan resulteren in aanpassingen op het werk. Het opnemen van vakantiedagen kwam het meeste voor werkende ouder-mantelzorgers, gevolgd door individuele afspraken met de werkgever, gebruik van verlofregelingen, en het verminderen van het aantal uren werk. Werkende ouder-mantelzorgers die veel uren werken, die meer gezondheidsproblemen hadden, of die vaker werk of bezigheden moesten onderbreken als gevolg van de mantelzorg, hadden vaker één of meer van deze strategieën toegepast. De helft van de mantelzorger had geen van de aanpassingen toegepast.
Volgens Oldenkamp ligt er een verantwoordelijkheid voor beleidsmakers en werkgevers om mantelzorgers te informeren over het bestaan en de beschikbaarheid van de verschillende verlofregelingen. Het gebruik maken van verlofregelingen kan wellicht de belasting en stress verminderen die voortvloeit uit problemen met het combineren van betaald werk en mantelzorg. Dit kan bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van werkende mantelzorgers. Tenslotte vindt Oldenkamp het van belang dat werkgevers een mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid in overweging nemen.
Door: Redactie Nationale Zorggids