In april, mei en juni 2021 overleden minder mensen aan Covid-19 dan in de maanden daarvoor. Van het begin van de coronapandemie in maart 2020 tot en met juni 2021 stierven in totaal 31.384 mensen aan deze ziekte. In het tweede kwartaal kreeg 16 procent van de aan corona overleden mensen zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), een kwartaal eerder was dat nog 51 procent. Dit meldt CBS.
De coronasterfte is vanaf februari 2021 afgenomen. In april overleden 1.397 mensen aan vermoedelijke of vastgestelde Covid-19, in mei 935 en in juni 248. In het tweede kwartaal van 2021 overleden 424 gebruikers van langdurige zorg aan de gevolgen van corona. Van de 31.384 mensen die sinds maart 2020 zijn gestorven aan vastgestelde of vermoedelijke Covid-19, ontving 53 procent zorg vanuit de Wlz, zoals zorg in een verpleeghuis of gehandicapteninstelling. Sinds de tweede helft van februari 2021 neemt dit aandeel af.
Doodsoorzaak
Met 26 procent van de sterfgevallen was Covid-19 in het eerste kwartaal nog een van de belangrijkste doodsoorzaken van Wlz-zorggebruikers. In het tweede kwartaal was dat nog 3 procent. Ook in de overige bevolking werd met 8 procent in het tweede kwartaal (15 procent in het eerste kwartaal) een kleiner deel van de sterfte veroorzaakt door corona.
Daling zette door in juni
In de laatste week van juni overleden 27 mensen aan de gevolgen van corona, dat was 1 procent van de sterfgevallen. In april overleden wekelijks nog ruim driehonderd mensen aan Covid-19, circa 10 procent van de sterfgevallen.
Sterfte aan andere doodsoorzaken
In het tweede kwartaal van 2021 stond Covid-19 op de vierde plek van de grootste groepen doodsoorzaken: meer mensen overleden aan kanker, hart- en vaatziekten, of aan psychische stoornissen en ziekten van het zenuwstelsel. In de voorgaande twee kwartalen was de sterfte aan Covid-19 nog aanzienlijk hoger, en vrijwel gelijk aan die aan hart- en vaatziekten.
Door: Nationale Zorggids