Willeke Schilder 2024

Tijdens mijn werk kom ik dagelijks in aanraking met de gevolgen die  een ernstige hechtingsstoornis heeft op de mens.  Toen ik als leerling begon had ik geen enkele kennis over deze stoornis, sterker nog, ik had er nog nooit van gehoord. Het gedrag dat een persoon met deze stoornis vertoont, is heel complex en daardoor is het moeilijk om een persoon met deze stoornis goed te kunnen begeleiden. Daar is juist  heel veel kennis over hechting voor nodig.

Door Willeke Schilder

Er zijn 4 soorten in hechtingstijlen, waarvan de gedesoriënteerde de meest ernstige stoornis is. Iemand met deze stoornis heeft in zijn of haar prille jeugd niet veilig  kunnen  hechten aan de ouders/ verzorgers. Dat wordt door allerlei omstandigheden veroorzaakt en bij mijn cliënt doordat ook de ouders het verstandelijke vermogen niet hadden om de veilige hechting aan hun kind te geven. Henk heeft dan ook een gedesoriënteerde hechtingsstoornis en dit uit zich in het aantrekken en afstoten van de mensen in zijn directe omgeving.

Henk

Ik zag in mijn cliënt Henk een leuke jongeman met het verstandelijk vermogen van een kind. Een kind met veel talenten en aandacht voor alles wat groeit en bloeit, voor muziek en koken. Eigenlijk dezelfde interesses die ik zelf heb. Ik schonk veel aandacht en tijd aan Henk en het leek erop dat wij zo'n leuke sterke band opbouwden samen.
Het gedrag naar mij toe was leuk en gezellig, maar wel intens. Een persoon met een hechtingsstoornis is namelijk heel egocentrisch ingesteld.
Ik probeerde echter alles om hem blij de dag door te helpen.
Maar vaak kon Henk ook een hele dag in bed blijven liggen.

Omslag in gedrag

Van de ene op de andere dag sloeg het gedrag van Henk om.
Was Henk eerder altijd blij als hij mij de huiskamer in zag komen, nu merkte ik op dat hij zijn hoofd van mij afwendde. Op tafel lag er dan een ansichtkaart voor mij klaar met de meest schokkende teksten. Ik moest weg en met pensioen, tot aan de teksten dat ik de dood in werd gewenst en in mijn graf moest gaan liggen.
Ik begreep er niets van maar was wel van binnen aangedaan en van slag.
Waar komt dit toch vandaan, vroeg ik mij af.
Het gedrag werd van kwaad tot erger en meerdere malen ben ik, behalve verbaal, ook fysiek aangevallen. Ik kwam dan in een ‘freeze‘ stand terecht en wist niet wat te doen. Collega’s snelden mij te hulp en de situatie werd gekeerd en Henk trok zich weer terug in zijn kamer om te bedaren.
Daarna moet ik er als begeleider dan weer ‘gewoon' zijn.
Dat was en is niet makkelijk.

Mijn gedrag

Het was de laatste tijd extra druk op het werk en ik kon daardoor minder tijd aan Henk besteden. Henk had daar grote moeite mee, dus wat kon ik doen om dit te voorkomen?

Ik ben met mezelf aan de slag gegaan want inmiddels was ik er wel achter dat ik het gedrag van Henk niet kan veranderen. Mijn gedrag en begeleidingsstijl moest ik onder de loep nemen.
Zo kwam ik er na veel lezen, luisteren naar professionals, en het observeren van Henk, achter dat ik Henk veel te dichtbij had laten komen. Ik moest afstand creëren en professioneler omgaan met Henk.
De gedesoriënteerde hechting bij Henk maakte dat het te dicht bij komen hem angstig maakte, en doordat ik minder tijd voor hem had, voelde dat voor hem als een afwijzing. Voor Henk was ik dus een bedreiging wat zich uitte in aantrekken en afstoten. In zijn ogen deed ik dat toch ook?
En wat betreft het te dichtbij komen van Henk naar mij toe , merkte ik dat ik mij het gedrag van Henk te persoonlijk aantrok.

Door onderzoek zag ik bijvoorbeeld in dat Henk geen zelfvertrouwen in zijn eigen identiteit heeft maar die van zijn begeleider van de dag aanneemt.
Zo houd ik van koken en in mijn dienst Henk dus ook.
Een collega houdt van voetbal en tijdens die dienst van de collega, Henk dus ook.
Henk kopieert de identiteit, zinnen en gedragingen van de begeleider die dienst heeft. En het is voor hem weer moeilijk die met de volgende begeleider weer los te laten en zich weer te vereenzelvigen met de begeleider van de dag.
Voor Henk lijkt het veilig als hij zich met  de begeleider kan vereenzelvigen.
Ik zag in dat Henk dan ook gebaat is bij duidelijke afspraken die door de verschillende leden van het team moeten worden nagestreefd.
Zoveel mogelijk dezelfde regels en afspraken hanteren en Henk met gepaste afstand altijd laten weten dat hij er toe doet!
Dit zal hem duidelijkheid geven en vertrouwen.
Zoals een moeder die haar kind terecht wijst en het daarna weer in de armen sluit, zo mag Henk weten dat hij waardevol is ondanks zijn beperkingen in sociale vaardigheden en relaties. Maar dan niet als moeder, maar als de professionele begeleider.
De veiligheid die Henk in zijn prille jeugd gemist heeft, moeten wij hem proberen te bieden. 

Spiegelen

Ook ben ik  gaan reflecteren naar mijn eigen leven en alles wat zich tot nog toe heeft afgespeeld. Mijn jeugd, mijn afgebroken huwelijk en vooral mijn rol in de gebeurtenissen en situaties waarin ik het voor mijn kiezen kreeg. Ik ging inzien dat ik bijna altijd in een ‘please’ rol zat en vooral lief, aardig en volgzaam wilde zijn om zo een confrontatie uit de weg te gaan. Eigenlijk was ik zelf tegen een onveilige hechting aangelopen in mijn jeugd door een trauma in ons gezin.
Door dat in te zien kan ik nu begrijpen waarom Henk mij persoonlijk kon raken met zijn gedrag. 
Henk wist dit in mij te spiegelen, en wil ik die professionele begeleider zijn dan moet ik naar mezelf  kijken en werken aan mijn persoonlijke littekens van het trauma.

Persoonlijk leiderschap.

Ik zat er even helemaal doorheen toen ik dit ging inzien en moest met mezelf aan de slag. Mijn rol en handelen als dochter, echtgenote, moeder, begeleider, alles ging ik beter begrijpen en zien. Toen ik alles doorzag en een plek kon geven, ontdekte ik door deze situatie ook het persoonlijk leiderschap in mij.
Het zit er zeker en het mag  er nu eindelijk uit. Ik heb moeten  leren om mijn grenzen aan te geven.

Grenzen

In mijn privé en op werk kan ik nu veel beter aangeven waar mijn grenzen liggen en die geef ik nu duidelijk aan. Met Henk zal het complex blijven want Henk kan niet reflecteren en aan zichzelf werken. Daarvoor is Henk té beschadigd. Wel toon ik Henk waar voor mij de grens ligt en probeer ik altijd alert te zijn op zijn stemming en de eventuele verbale en fysieke uitspattingen naar mij toe.
Aan het team probeer ik met mijn eindproject voor mijn opleiding duidelijk te maken dat wij als één blok onze begeleidingsstijl moeten aanbieden, om zo duidelijkheid en dus veiligheid aan te bieden. Henk zal elke dag weer op zoek gaan naar de bevestiging of hij gewenst is en zich veilig kan voelen in de relatie met de professionele begeleiders.

Dit werk en deze lessen die ik hierin vind, maken van mij een bewuster mens.
Iemand die haar ‘fouten en tekortkomingen’ onder ogen ziet en aanneemt en er mee aan de slag gaat door te reflecteren en responderen.

Ik  besef dat we allemaal een rugzakje vullen tijdens ons leven. Wat je met de inhoud doet is echter aan jou en mij.
Ik probeer mijn rugzakje te legen als een kleinduimpje dat zo de juiste weg kan vinden. Stukje voor stukje, tijdens mijn pad wat ik mag bewandelen en waarin ik leer een goede verzorgende en begeleider te zijn.

Ook deze persoonlijke ontwikkeling brengt mijn werk in de zorg met zich mee en draag ik weer uit in alle relaties waarmee ik mezelf verbind.
Werken in de zorg is óók een leerproces in persoonlijke ontwikkeling wat nooit zal eindigen.

Door: Nationale Zorggids / Willeke Schilder