Tommie Niessen

"Heb je haast jongen?" Dit vroeg een cliënt laatst aan mij. Wanneer iemand dit aan mij vraagt zeg ik altijd: “Ik heb nooit haast”. Ik heb het dan misschien wel druk maar dit hoeft de cliënt niet te weten vind ik. Wanneer ik bij een cliënt ben dan is mijn aandacht bij deze persoon, andere dingen doen er dan niet toe. Die spelen zeker wel in mijn hoofd maar daardoor ga ik niet haastig te werk. Dit heeft een negatieve invloed op mij en ook op de cliënt bij wie ik op dat moment ben.

Door Tommie Niessen

Nu kan ik denken zoals ik boven heb beschreven, dit was voorheen wel anders. Toen ik net in de zorg werkte had ik altijd haast. Ik had constant het gevoel dat ik 'achterliep' en dat ik op moest schieten. Wanneer ik dan ook echt uitliep dan werd dit gevoel nog veel erger. Zeker als ik hierop werd aangesproken door collega’s. Dit was echt heel vervelend omdat ik hierdoor minder aandacht had voor de cliënten. Ik was altijd bezig met hoeveel ik nog moest en of ik wel op tijd was. Gelukkig heb ik geleerd om dit los te laten.

Ik ben blij dat ik nu zo kan denken en dat ik het ook toepas in mijn werk. Ik begrijp nu ook dat ik dit niet kon in het begin, alles was nieuw en mijn collega’s waren 'sneller'. Zij hadden ook meer ervaring. Sommige collega’s vonden het vervelend als ik niet 'snel'genoeg was. Zij lieten dit dan ook merken. Hier had ik last van want ik wilde mezelf bewijzen. Gelukkig waren er ook collega’s die heel anders dachten. Van hen heb ik veel geleerd en ben ik geworden in mijn werk zoals ik nu ben.

Je hebt soms weinig tijd voor de cliënt. Dat is gewoon vervelend, maar haast hebben is nog vervelender vind ik. Hierdoor gaat het echt niet sneller, bij mij werkt het zelfs averechts. Dan lever ik minder goede zorg, cliënten voelen dit aan en ik kan niet prettig werken.

Het is jammer wanneer collega’s moeilijk doen over het feit dat je niet 'snel' genoeg bent. Zeker als dit tegen leerlingen is, ik heb dit zelf zo ervaren. Daardoor kun je onzeker worden en dan ga je misschien nog haastiger te werk. Het is toch geen productiewerk? Je hoeft toch niet per se om 11 uur aan de koffie te zitten? Je werkt met mensen en daar moet je de tijd voor nemen. Soms hebben mensen meer tijd nodig en soms wat minder, dat is elke dag weer anders.

Wanneer je uitloopt dan moet je geen vervelende kritiek krijgen toch? Collega’s zouden je dan moeten helpen. Er moet zeker gekeken worden naar de reden waarom je uitloopt. Alleen dan kan er naar een oplossing gezocht worden. Misschien is iemand wel wat trager dan anderen. Zolang deze persoon zijn of haar best doet en goed is voor de mensen is er geen probleem. Dat is het belangrijkste vind ik. Het is geen wedstrijd en als je elkaar ondersteund dan komt het altijd wel goed. Werken in de zorg doen we samen toch?

Tommie Niessen (26) werkt als verpleegkundige. Jaren geleden had hij niet gedacht dat hij in de zorg zou terechtkomen. Het leek hem niets aan, totaal niet stoer en hij dacht dat je dan de hele dag mensen moest wassen. Inmiddels is zijn kijk op de zorg helemaal veranderd. Nu schrijft hij over zijn werk en de dingen die daarmee te maken hebben. Daarmee wil hij de zorg en het werk dat verpleegkundigen doen positief onder de aandacht brengen.
 
© Nationale Zorggids / Tommie Niessen