Deze week publiceerde de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg het adviesrapport Consumenten- eHealth. Uit dit rapport wordt duidelijk dat e-Health toepassingen steeds meer onderdeel wordt in het dagelijks leven van de zorgconsument. Als één van de uitdagingen wordt genoemd dat het "voor consumenten moeilijk is om een goed overzicht te krijgen en te houden van geschikte toepassingen die aansluiten bij hun wensen en behoeften." Iemand stelde mij de omgekeerde vraag: hoe weet je als leek welke hulpmiddelen er überhaupt zijn? Het aanbod is immers groot. We zijn voorbij de fase "bent u slecht ter been, dan u krijgt een rollator." Deze zoon zit juist met een praktische situatie "Mijn vader valt steeds vaker binnenshuis. Hoe kan ik hem helpen? Ik kan toch niet zomaar met een rollator komen aanzetten?"
Het werd mij helder dat je als burger voor praktische problemen komt te staan en duidelijkheid wilt waarin je zelf op zoek kunt naar oplossingen. Maar ook wanneer en vooral bij wie je voor advies terecht kunt. De vandaag verschenen trendrapportage van het Nationaal Mantelzorg Panel van Mezzo bevestigt dit ook.
Het kip of het ei?
Dit zet me aan het denken. Hoe ontstaat een hulpmiddel? Ontstaat het om antwoord te geven op een theoretische vraag of wegens een ontstane situatie waar een gemis wordt geconstateerd? In 1933 vonden twee ingenieurs de opvouwbare rolstoel uit nadat één van hen zijn rug had gebroken. Gebeurt dit vandaag ook? Zeker! Mensen die niets met de zorg te maken hebben en vanuit een persoonlijk ontstane situatie gaan nadenken in oplossingen. Elke keer raakt me het verhaal achter een product.
Zoals het verhaal van opa Hendrik woonachtig in een dorp Doornenburg. Opa Hendrik is altijd ergens op het land te vinden en gaat nog weleens op pad in het dorp. Totdat bij hem Alzheimer wordt geconstateerd. Oma is bang dat opa Hendrik verdwaalt en durft hem niet meer alleen over straat te laten gaan. Kleinzoon Frank wordt ingeschakeld om mee te denken. Enerzijds is er iets nodig om de bezorgdheid van oma te verminderen. Anderzijds is er de behoefte van opa Hendrik om elke dag een rondje te kunnen blijven maken door het dorp en te rommelen op het land. Kleinzoon Frank duikt in de wereld van mogelijkheden en beland bij de huisgebonden personenalarmeringen van een lokale zorgaanbieder. Hij constateert dat er niets is dat een oplossing biedt voor de situatie van zijn grootouders. Dus bedenkt hij met een compagnon een mobiele alarmering met GPS waarbij oma én opa geholpen worden. Sterker nog: kleinzoon Frank kan op zijn smartphone via een APP meekijken waar opa zich op dat moment bevindt en als opa te ver weggaat, dan wordt er automatisch gealarmeerd. Oma is gerustgesteld dat de kleinkinderen ook een oogje in het zeil houden ook al wonen ze wat verder weg. Kleinzoon Frank heeft deze mobiele alarmering op de markt uitgebracht en is inmiddels operationeel in 13 landen in Europa en in Latijns-Amerika.
Deze praktijksituatie laat zien dat het mogelijk is om dichtbij de vraag van de burger te blijven en buiten de geijkte kaders vernieuwend bezig te zijn. Tot slot: Iemand slecht ter been? Koop niet gelijk een hulpmiddel! Ga eerst op zoek naar de oorzaak, de ontstane bewegingsbeperking binnen- en buitenshuis én naar de wens van de betrokkene. Vraag altijd advies bij de huisarts.
Anni Tüski