Normal_10141

Oké, ik ging dus voor een second opinion. De twijfel die ik had wilde ik niet meer en ik was dus opzoek naar duidelijkheid. Wel wilde ik een second opinion bij een psychiater die er uiteraard kijk op had en in het belang dacht van mij. Er moeten namelijk maatregelen uit rollen waar ik iets aan heb en die mijn klachten misschien konden verminderen. Kitty had contact gehad met Jim van Os en mailde mij de naam van psychiater Bruggeman door, die verbonden is aan het UMCG in Groningen. Dat moest hem dan maar wezen, dacht ik.

Door Nicolai van Doorn

Ik besprak mijn wens voor een second opinion door met mijn verpleegkundige en de verslavingsarts van de GGZ uit mijn woonplaats. Beiden vonden een second opinion, en met name de verpleegkundige die een achteruitgang bij mij constateerde, een uitstekend idee. Misschien zeiden ze met andere woorden: wij kunnen je niet verder helpen, het is goed dat een ander er naar kijkt. 
 
Het duurde een paar weken voordat ik terecht kon bij Bruggeman. Maar ik kon er relatief snel terecht, toen het papierwerk geregeld was. Het was een aardige man. En hij nam de tijd voor mij. Eerst wilde hij weten waarom ik een second opinion wilde. "Ik wil kijken of de diagnose schizo-affectieve stoornis bipolair klopt, want daar twijfelde ik aan en ik had het idee dat ik te veel last had van bijwerkingen en dat daar door mijn hulpverleners die daar iets aan konden veranderen niets aan werd gedaan. En als laatste vroeg ik mij af of hij misschien kon helpen met het vinden van een psychiater die er is als het nodig is," zei ik tegen de psychiater.
 
Dat zijn genoeg redenen, zei Bruggeman. We gaan aan de slag. De second opinion was eigenlijk een interview van twee uur waarin Bruggeman heel erg veel gedetailleerde vragen vroeg waarop ik moest antwoorden. Volgens mijn moeder, die naast me zat, was het een goed interview. Af en toe vulde zij antwoorden aan die ik niet meer wist. Zelf trok ik die conclusie ook; dat het een interview was waarin een hulpverlener alles wilde weten, de tijd, nam en doorvraagde. 
 
Na iets meer dan twee uur wist Bruggeman genoeg en hij kwam met een voorzichtige conclusie die hij later in een uitgebreider verslag naar mij toe zou mailen. Helaas voor mij: de diagnose klopte. Bruggeman zou het naar alles wat hij nu wist ook zo vaststellen. De medicatie moet worden veranderd. Volgens Bruggeman had ik een te hoge dosis Xeplion. Deze moest worden verlaagd of vervangen worden door een ander medicijn. Te denken valt aan Abilify. Ook moet worden gekeken naar deelname aan de stemmenpoli en meer zinvollere dagbestedingen.
 
Mijn moeder en ik verlieten tevreden het pand. Hier konden we iets mee. Eindelijk had ik het gevoel dat een hulpverlener die er iets aan kon veranderen geluisterd had. Een paar weken later plofte het uitgebreide verslag met aanbevelingen op de mat. Toen ik het las schrok ik van de opsomming van bijwerkingen die Bruggeman bij mij constateerde. Slappe spierkracht in mijn handen, langzaam en zacht praten, mond die open staat etc. allemaal bijwerkingen die je kan onderbrengen bij parkinsonisme. De conclusie was dat ik een hooggehalte parkinsonisme had. Daar schrok ik van.
 
Een week later is dit verslag besproken met mijn ouders en de verslavingsarts. De verslavingsarts vond het een duidelijk verslag. Kwalitatief goed, waaruit bleek dat Bruggeman de tijd had genomen. Veel van zijn aanbevelingen zijn inmiddels overgenomen, zo niet alle. En nu gaat het weer een stuk beter met me...
 
© Nationale Zorggids / Nicolai van Doorn