“Ik wil met je naar Sevilla en je Spaanse gastouders ontmoeten”, zei mijn vader. Mijn mond viel open, maar ik vond het wel een leuk idee dus ik zei: “Ja, maar dan moet mijn moeder ook mee”. Daar kon mijn vader zich wel in vinden en onder het genot van een kopje koffie bespraken we wanneer we het beste konden gaan. Sevilla kan je beter niet in de zomer bezoeken want dan is het te heet, maar in de nazomer is het zeker de moeite waard om te gaan. Nadat we alle agenda's naast elkaar hadden gelegd besloten we in september te gaan.
De trip was dus al lang van te voren geboekt, niet wetende dat het met mijn gezondheid in september niet goed ging. We moesten een keuze maken: gaan of niet gaan. Voor mij was er maar een mogelijkheid: gaan. Ik voelde me redelijk goed en had het idee dat in de kliniek blijven mij niet beter zou maken. Bovendien was er nauwelijks therapie en dus geen afleiding en in Sevilla zou er voldoende te doen zijn dus ik wilde eventjes weg.
Een groot verschil met mijn vorige opname was dat je voor verlof langer dan een nacht met ontslag moest en er kon niet worden beloofd dat er plek was na mijn weekendje weg. Een stompzinnige eis van de zorgverzekeraars aan klinieken. Iedereen die ziek is en is opgenomen in een kliniek of ziekenhuis heeft recht op ontspanning en het gevoel te hebben even niet ziek te zijn. Bovendien en dan spreek ik voor mezelf is het een goede test om te kijken of je hersteld bent om weer zelfstandig je leven in te vullen. Vaak is hier angst voor en een kliniek moet er dan zijn om op terug te kunnen vallen. Het is puur het idee 'jij kost mij geld in plaats van dat jij mij geld oplevert' dat zorgverzekeraars deze eis stellen. Het is absoluut niet ten bate van de cliënt. Toch nam ik de gok. Ik ga en zie dan maar of ik weer wordt opgenomen voor de instelling van mijn nieuwe medicatie.
Samen met mijn ouders, dé twee belangrijkste mensen in mijn leven die mij steunen en met mij meeleven, stapte ik in het vliegtuig naar de stad die mij rust geeft. Waar ik mensen ken die ik liefkozend mijn Spaanse familie noem en met wie ik geregeld contact heb en zie. Het weer viel dit keer een tikkeltje tegen: af en toe regende het, maar met zijn drieën hebben we genoten van opera, flamenco, musea en het weerzien met mijn Spaanse familie.
Twee keer heb ik ze ontmoet in verschillende samenstellingen. De eerste keer ontbrak Pepe, mijn Spaanse vader was op zakenreis. Met Encarna (Spaanse moeder), María (Spaanse docent &zus) en José (Spaanse broer) hebben we genoten van Spaanse Tapas en bier. We hebben gelachen omdat ik geen woord Spaans sprak maar het toch probeerde. De tweede keer zag ik Pepe en José ook, toen hebben we lekker gegeten en afgesproken dat ik in Nederland aan mijn Spaans zal werken. Het waren twee mooie avonden met dierbare mensen om wie ik veel geef. In het heden en in de toekomst...