Normal_10141

Vandaag was dan eindelijk de dag van de wedstrijd van mijn Atlético tegen degradatiekandidaat Betis Sevilla. De aftrap zou om vijf uur in de middag plaatsvinden. De grote vraag was of Atlético ging aanhaken en profiteren van de titanenstrijd in Madrid later die avond en dus beslag ging leggen op de koppositie? Of zou deze wedstrijd het begin van het einde zijn en door een onnodige nederlaag achterop raken in de titelstrijd. De spanning gierde door mijn lichaam. 

Door Nicolai van Doorn

Op papier zou het een makkelijke middag moeten worden, maar ik had toch mijn twijfels. Atlético heeft geen brede selectie en dat zou de ploeg van succescoach Diego Simeone kunnen opbreken.Simeone oogst veel lof met de prestaties van zijn ploeg in de nationale én internationale competities. Tot voor kort deden ze nog mee in de Copa del Rey, maar bleek aartsrivaal Real Madrid in de halve finale over twee duels veel te sterk. Opgemerkt moet hierbij dat Real met twee eigen doelpunten van Atlético enorm in het zadel werd geholpen om de Spaanse bekerfinale te bereiken.
 
Nee, Atlético gaat goed, maar houden ze het vol? In het eigen Estadio Vicente Calderón krijgen ze met een ijzersterke verdediging in de vorm van de mee opkomende linksback Felipe, Luís,  de centrale verdedigers Diego Godín en Mario Suárez, de van aanvaller omgeturnde verdediger Juanfran en een van Europa's grootste keepperstalenten de Belg Courtois, krijgen ze bijna geen tegentreffer en zijn ze haast onverslaanbaar. Dan heb je gewoon een sterk middenveld met Koke, Gabi,  García en als het creatieve brein de Turk Arda Turan. In de spits loopt de onverzettelijke boef Diego Costa en David Villa. Die laatste lijkt sinds zijn komst zijn draai nog niet te hebben gevonden, maar Costa scoort aan de lopende band. Atlético is een sterk team en een speelt als een collectief. Er wordt onder de bezielende leiding van Simeone – die tijdens de wedstrijd nooit zit maar als een gek en druk armgebarend langs de lijn rent. Je moet er van houden, maar mooi is het wel.
 
We hadden nog tijd genoeg en besloten om vanaf ons hotel te lopen naar Estadio Benito Villamarín, de thuishaven van Betis. Onderweg namen we de tijd om tussendoor op een terras in de stad te gaan zitten, lekker te gaan lunchen en lekker rustig naar de wedstrijd toe te leven. Op een terras waren we per ongeluk toeschouwer van een oefening van een jaarlijks terugkerend christelijk feest. Het was voor ons onduidelijk wat de bedoeling van die mannen waren die als haringen in een ton onder een soort podium door de stad marcheerden. Ook werden er onderling weddenschappen gemaakt over de uitslag tussen Betis en Atlético. De sfeer zat er kort gezegd  goed in. Na een paar uur besloten we dat het tijd was voor een lunch. Een typische Spaanse lunch; paella stond er op het menu!
 
Na de lunch gingen we wederom te voet naar het heilige der heiligen in de voetbalwereld; het stadion. En omdat we langs een park kwamen besloten we omdat er nog tijd genoeg was daar even te chillen. In welke Spaanse stad je ook komt, of het nou Barcelona, Madrid of Sevilla is, Spanje heeft schitterende parken waar de Spaanse familie op de zondagmiddag lekker gaat zitten chillen, eten of voetballen. Echt een aanrader om even de zichtbare voetbalspanning af te laten koelen. Blijf zeker niet te lang, maar als je er toch langsloopt eventjes doen!
 
Na een halfuur werd het voor mij toch echt tijd om de laatste etappe af te leggen. Het werd tijd om de Spaanse voetbalsfeer op te snuiven. Voetbal in Spanje wordt totaal anders beleefd dan in Nederland. Er is nog respect, bijna geen hooliganisme en je wordt er zeker niet dood gegooid met een peloton ME. Het gaat er veel gemoedelijker aan toe. Natuurlijk gebeurt er ook in Spanje wat – zeker gezien het verbale geweld tijdens de wedstrijd – maar gewelddadig is het zelden. Spaanse families gaan dan graag met de kinderen naar de favoriete voetbalclub uit de stad of het land. Het is dan ook best veilig en supporters zitten soms gewoon door elkaar.
 
Wij zaten hoog in het schitterende stadion achter een van de doelen tegenover de fanatieke aanhang van Betis. Niet helemaal met zijn allen naast elkaar maar wel bij elkaar. Het was overigens nog best een zoektocht naar onze plek, maar met hulp van behulpzame Spaanse voetballiefhebbers zaten we toch op de goede plek. Met schitterend uitzicht op het speelveld.
 
De wedstrijd was matig, zeker de eerste helft. Betis gaf goed tegengas zonder echt gevaarlijk te worden. Bovendien had Betis de scheidsrechter niet bepaald mee, zoals zo vaak als de reus tegen de dwerg speelt. Dan zijn scheidsrechters vaak geneigd om de betere ploeg voor te trekken. Zo kreeg de boef van Atlético geen overtreding tegen en dus geen kaart, toen hij een directe tegenstander over de reclameborden smeet op de achterlijn van Betis. Het leverde een hoop gefluit op en de puta's waren niet van de lucht.
 
Er gebeurde dus niet zoveel. Atlético was lichtelijk beter, maar het leek of ze of vermoeid aan het raken waren, of ze er geen zin in hadden. Zo fris en fruitig als in de heen wedstrijd ging het niet meer. Misschien is dat de grootste tegenstander van Atlético in de race om de titel. Vanwege buitenspel werd er overigens wel een schitterend doelpunt van Atlético afgekeurd. Wie hem maakte was voor mij niet zichtbaar. In de rust vloeide de overtuiging bij ons dat het een nulletje of vier voor Atlético ging worden weg.
 
Betis begon de tweede helft sterk. Alsof ze roken dat er iets te halen viel. Dat resulteerde in een bal op de paal, waar driekwart van het stadion de bal iets naar rechts probeerde te schreeuwen bleek de paal voor de falende Courtois een mooi redmiddel; de bal ging er niet in en Atlético was gewaarschuwd. De ploeg uit Madrid gaf wat gas bij en herstelde zo de balans van de wedstrijd in het voordeel van de uitspelende ploeg. De Madrilenen kregen kansen en een doelpunt kon eigenlijk niet uitblijven. Helemaal nadat de niet sterk fluitende scheidsrechter de wedstrijd definitief dood floot. Na een handsbal van een Betis-speler kreeg hij zijn tweede gele kaart. Voor Betis was dat het sein om de witte vlag te hijsen; ze gaven zich over en kwamen amper nog over de middenlijn.
 
Kort na de rode kaart was het Atlético-speler Gabi die na een aanval over links op de rand van het strafschopgebied de bal keihard in de linker bovenhoek schoot; 0-1. Een schitterend doelpunt en als de wedstrijd nog niet beslist was dan was dat na dit schot het geval. Betis probeerde hun linkerspits wanhopig achter iedere diep gespeelde bal aan te laten rennen. Hij rende tegen beter weten in alsof hij op een brommertje zat achter de bal aan, maar kon zelden gevaar stichten. Door gemakzucht werd een aanval van de Madrilenen over veel schijven niet benut, maar niet veel later werd boef Costa vrijgespeeld en een op een met de keeper faalde hij niet; 0-2. Langzaam bloedde de wedstrijd dood. De wedstrijd had al niet echt een hoge amusementswaarde, maar dat werd tegen het einde niet veel beter. Betis kon niet meer en Atlético geloofde het wel. Gedesillusioneerd verlieten de Betissupporters ruim voor het einde het prachtige Estadio Benito Villamarín. Weer niet gewonnen. Degradatie lijkt onafwendbaar voor Betis met nog negen wedstrijden voor de boeg.
 
© Nationale Zorggids / Nicolai van Doorn