Normal_10141

Geld. Volgens de Dikke van Dale is de definitie van het woord geld Algemeen ruilmiddel van papier of metaal, dan wel giraal. Met andere woorden: je ruilt geld voor bijvoorbeeld goederen en of diensten. Nu zijn er mensen die geloven dat geld gelukkig maakt. Dat geloof ik niet. Het maakt het leven een stuk makkelijker, maar dat betekent niet dat je er dan automatisch gelukkiger van wordt. Ik in ieder geval niet. Iedereen kent die momenten wel dat je spaart voor iets en als je dat eenmaal hebt dat je lichtelijk teleurgesteld bent. We noemen dat verwend kreng!

Door Nicolai van Doorn

Geld en ik, het is nooit een goed huwelijk geweest. Mijn probleem: ik hecht er geen waarde aan. Of iets nou een tientje of honderd euro kost, als ik het wil hebben koop ik het. Met alle gevolgen van dien. Vroeger leidde dat tot verschillende problemen. Rekeningen die ik moest betalen, betaalde ik niet. Ik gaf het meer uit aan onzinnige dingen als drank, sigaretten en wiet, om maar een voorbeeld te noemen. 
 
Toen ik in mijn therapie-tijd opgenomen werd, kwam ik in contact met een maatschappelijk werkster. Echt, een topvrouw! Wat zij heeft gedaan is puinruimen en gezorgd dat ik een vaste uitkering kreeg. Daar had ik volgens haar recht op; een uitkering. Ik stond er niet echt op te wachten, want we kennen allemaal dat gelul van de maatschappij. Uitkeringstrekkers zijn lui, weigeren te werken enzovoort, enzovoort. Het zijn pijnlijke onjuiste beweringen. Natuurlijk ben ik niet zo naïef, dat er helemaal niets fout gaat, maar het is een klein gedeelte die het voor een grote groep verpest.
 
Die uitkering gaf me lucht. Ik had een stabiel inkomen en kon me naar harte lust uitleven in een verslaving van mij: de kledingwinkel, de kroeg en de sigarenboer. Het werd al snel duidelijk dat ik niet met geld om kon gaan. En dus had de beste mevrouw de volgende truc in petto voor me: een bewindvoerder. Een bewindvoerder zorgt ervoor dat de uitgaven niet groter worden dan de inkomsten. Je doet van al je financiële perikelen afstand en krijgt per week leefgeld. Dat leefgeld is geen vetpot, maar wel de juiste manier voor mij om zorgvuldiger te leven en niet al mijn geld over de balk te smijten.
 
Met behulp van mijn ouders, familie en vrienden leef ik als een god in mijn sociale huurwoning. Nog steeds geef ik weinig om geld en een levensmotto van me is: wat ik niet bezit, mis ik niet. Mijn leven is sinds deze maatregelen een stuk prettiger geworden. Deurwaarders komen tot grote vreugde van mijn vader niet meer langs en ik ben iets gaan doen wat ik tot nu toe nog nooit had gedaan: sparen.
 
Nee, sparen is nooit iets geweest wat ik prima kon. Als mijn portemonnee vol zat moest het zo snel mogelijk uitgegeven worden. Ik heb wel eens tegen vrienden gezegd dat ik allergisch was voor geld, omdat geld nou niet gelukkig maakt. Kijk maar eens naar die superrijken. Die willen alleen maar nog meer geld en neem maar van mij aan, die genieten niet van het leven. En dat is wat ik wel doe. Ook al heb ik niet veel, ik geniet van ieder moment. Genieten, wat ik lang niet meer gedaan heb.
 
© Nationale Zorggids / Nicolai van Doorn