Door Nicolai van Doorn
De keuze was dus snel gemaakt. Ik zou medicatie slikken en therapie volgen. Als ik dat deed zou het snel beter met me gaan. Ik geloofde dat overigens niet en was nog steeds in de veronderstelling dat er met mij niet veel aan de hand was. Ja, ik was somber maar dat kwam meer omdat ik in heel mijn leven gefaald had. Met alles zoals studie, werk, familie, vrienden en vriendinnen noem maar op. Mijn leven was waardeloos oordeelde ik. En als ik dan van het pad af was, volgens de kenners, waarom zou ik het juiste pad moeten vinden volgens diezelfde kenners? Ik was hard voor mijzelf en wist dat het mij toch niet ging helpen...
Door Nicolai van Doorn
Ondanks dat ik tijdens mijn intakegesprek bij de GGZ in Assen mijn moeder had toe gesnauwd dat als het haar zo leuk leek, ze zelf moest gaan, meldde ik me op een woensdagmiddag in Assen voor de therapie. In de trein had ik zitten te dubben; zou ik gaan of toch niet? En zo niet wat was dan het het alternatief? Ik moest toch een halve dag wegblijven van huis, anders viel het op. Zou ik gaan blowen met mijn blowvriend in Amsterdam. Dat deed ik wel vaker; bier drinken, blowen en hoertjes bekijken. Het was een goed alternatief, ware het niet dat we de laatste keer ruzie hadden gekregen en ik had nog geen zin om het bij te leggen. Blowen in Amsterdam viel dus af.
De trein waarin ik zat kwam in Assen aan. Ik besloot zonder alternatief uit te stappen en me te melden bij de driedaagse van de Alm. De Alm is een groep jongeren die kwetsbaar zijn voor psychoses. De Alm bestaat uit een groep die op het terrein woont en een groep, die net als ik, thuis woont, maar drie dagen in de week therapie komen volgen. In mijn hoofd waren de stemmen druk bezig met het verzinnen van alternatieven. Veel stemmen, waaronder Oscar waren tegen het volgen van therapie. Nicolai was een voorstander en moedigde mij aan om toch te gaan. Volgens Nicolai zou het allemaal wel meevallen.
Nicolai was een machtige stem. Dat wil zeggen dat ik vaak doe wat hij zegt. Ik voer meestal zijn opdrachten uit anders wordt Oscar dominant en dat is geen goede zaak, omdat ik dan dingen doe waar ik spijt van krijg. Nou ja spijt is een groot woord, meer het gevoel van jammer dat het is gebeurt, want ik kan er ook niets aan doen. Ik besloot dus toch te gaan.
We gingen als eerst een uurtje sporten. Voor een sportief iemand als ik een prettig begin van de dag. De groep bestond uit een groep van tien jongeren. Allemaal jonger dan ik, maar ze waren vrij aardig en betrokken mij zoveel mogelijk bij het spel. Ik was die ochtend vrij stil en gebruikte mijn tijd voor het analyseren van de groep. Voor het eerst in mijn leven zag ik mensen met dezelfde problematiek als ik
Het feit dat ze lol hadden verbaasde me; alsof het niet ernstig is als je in therapie bent. De maatschappij kijkt met andere ogen naar je als je verteld dat je psychische problemen hebt. Het leek hen weinig te schelen en ze vollybalden er vrolijk op los en haalden tussentijds ook nog grappen uit.
Na de sport kregen we een educatieve training van de psychiater. Het was dezelfde man die mij nogal somber vond tijdens het intakegesprek. Psychiaters zijn over het algemeen merkwaardige mensen. Je hebt mensen die gek zijn, maar je hebt ook mensen die hebben gestudeerd om gek te zijn. Die laatste groep noem je psychiaters. Mijn psychiater is ook een beetje vreemd. Het viel mij op dat hij altijd een zwart kreukelig overhemd aan had en zijn broek hoog had opgetrokken. Het deed me een beetje denken aan mijn drang om overhemden op te kopen om er maar zo goed mogelijk uit te zien.
Van hem heb ik veel geleerd over mijn ziekte en daar ben ik hem nog altijd dankbaar voor. Want ondanks hij een beetje vreemd is, heeft hij het beste met mij voor.
Na de les van mijn psychiater volgde een pauze en daarna ging ik koken. Vervolgens zat de dag erop. Ik was best wel een beetje blij dat ik was gegaan, want het heeft me de ogen geopend: Ik ben geen uitzondering, er zijn meerdere mensen met dezelfde klachten en dat lucht enorm op.
© Nationale Zorggids / Nicolai van Doorn