Marja Ruijterman tijdens haar voorstelling Soulstory, foto: Pictures by Gaab Fotografie / Gaab van Hall

Die ochtend zou ik om een uur of acht naar Boxtel rijden voor mijn werk maar ik had een raar gevoel en belde eerst mijn moeder. Ze sprak raar alsof ze dronken was. Nu hield ze wel van een slokje maar zo vroeg. Ik reed meteen naar haar toe en daar stond ze in het midden van de kamer, half aangekleed en keek me vragend en hulpeloos aan. 'Naar het ziekenhuis!" zei ik... ze schudde nee want daar hield ze niet van. Ze was al jaren niet meer bij een dokter geweest en daar was ze zeer trots op. "We gaan nu!" zei ik ferm terwijl ik haar hielp met aankleden wat vreemd vertrouwd voelde terwijl ik dat toch voor het eerst in mijn leven deed. Pa vroeg: "Gaan we nu niet naar Frankrijk?" We zouden dat weekend een week samen gaan en ze hadden zich er vreselijk op verheugd. "Nee, ik denk niet dat dat kan nu."

Door Marja Ruijterman

In het ziekenhuis kwam al snel een neurologe binnen die ik toevallig kende omdat ik haar jaren geleden bij de universiteit een training assertiviteit had gegeven. Mijn moeder moest haar vinger volgen en allerlei oefeningen doen. Pa zat in een stoel de krant te lezen alsof het hem allemaal niet aanging.
 
Ma zei met slepende tong tegen de neurologe: "Als u dertig familieleden had verloren in de oorlog had u ook een tia gehad!" De vrouw werd vuurrood en wist duidelijk niet wat ze hiermee aan moest. Ik keek mijn moeder aan terwijl ik dacht: 'Je zegt dit om te shockeren en om het effect.' Ma zag mijn blik. We begrepen elkaar stil en kregen de slappe lach. Ik wist precies wat ma aan het doen was en ma zag dat ik het wist en voelde zich betrapt. De arme neurologe werd nog roder, reageerde niet en pa bleef de krant lezen. Ma en ik bleven er bijna in en het was een van de zeldzame momenten dat we ons zo dichtbij elkaar voelden al was het niet prettig voor de arme neurologe.
 
Ze werd opgenomen met inderdaad een tia en bleef een paar dagen in het ziekenhuis. Binnen de kortste keren stond ze 's ochtends, voor de verpleging kwam met de medicijnen, naast haar bed met haar tas aan de arm volledig gekleed te wachten. Ze was snel beter en kreeg vlak daarna een ergere tia. Dat was het begin van het einde. Ondanks alles hadden we een gouden moment samen.
 
© Nationale Zorggids / Marja Ruijterman