Je bent heerlijk aan het werk, je werkt fijn samen met je medewerkers en collega’s. Dan, op een dag, komt er iemand werken die je rust verstoort en je het plezier afneemt. Een woord, een gebaar en je merkt dat je op de kast zit. Je wilt van de kast af en je rust terug maar dat gaat niet zo één twee drie.
Door Marja Ruijterman
Ze haalt je het bloed onder de nagels vandaan... oh was ze maar niet gekomen. Was ze maar weg, ziek, ontslagen of wat dan ook maar niet in jouw buurt om het plezier in je werk te verstoren. Zelfs ‘s nachts bekruipt ze je in gedachten en je woelt in je bed. Het kan een man zijn of een vrouw. Bij mij was het meestal een vrouw. Ze zegt altijd net dat wat je haren overeind doen staan. In vergaderingen ben je van je propos als ze je alleen al aankijkt. Op wie lijkt ze? Op wie uit je verleden? Want je hebt meer van dat soort mensen gekend. Ze brengen iets ouds bij je naar boven. Je onzekerheid... ze lijken je door te hebben en kijken recht door je heen naar het kleine onzekere jongetje of meisje dat je ooit was. Weg ermee...
Oh, ik heb er velen gekend... het ging zo lekker en dan opeens zat er weer één in mijn groep... een blik... een opmerking: de angel! Wat ik anders zo makkelijk deed werd opeens ingewikkeld en wat wilde ik ook weer zeggen? Ik werd rood en begon te stotteren en ging haar uit de weg of ik ging de confrontatie aan.
Nu heb ik jaren geleden het geheim ontdekt en het werkt perfect. Zo perfect dat als ze aanwezig is, ik haar niet meer opmerk omdat de angel er uit is. Ze is er niet meer... nou ja ze is er wel maar ze is van harte welkom. Ze hoort erbij en houdt me scherp. Nu omhels ik haar, ik hou van haar en ik bedank haar dat ze erbij is. Ze mag alles zeggen wat ze wil zeggen. Ik leer van haar. Ze hoort bij mijn leven in al haar verschijningsvormen.
Laatst siste een leidinggevende die me net voor had gesteld aan zijn nieuwe leidinggevende het volgende in mijn oor: “Heb je het gezien? Het is een slang... ik voel het.... ze deugt niet en wil me onderuit halen. Ik ga haar al een maand uit de weg.” Ik zei: “Stop! Ga straks naar haar toe en zeg dat je koffie met haar wil drinken om haar beter te leren kennen.” “Wat ik? Koffie met dat enge mens?” Bij de volgende ontmoeting zei hij enthousiast over haar: “Wat een topvrouw!”
Uit: Niets meer te bewijzen
© Nationale Zorggids / Marja Ruijterman