Al een paar keer zag ik hem op de gang lopen waar de kamer van mijn vader op uit kwam. Een mooie oudere man met half lang grijs haar en keurig gekleed. Hij groette me steeds vriendelijk en op een dag hielden we een praatje. Hij nodigde me uit in zijn kamer. Die hing vol met prachtige schilderijen en er stond een indrukwekkende boekenkast. "Ik ben David en was docent op de VU" zo stelde hij zich voor. Daar werk ik ook vaak dus dat schiep een band. "Hoe ik hier terecht ben gekomen begrijp ik niet. Mijn kinderen zeggen dat ik wat in de war ben en dat ik niet meer voor mezelf kan zorgen. Zwaar overdreven."
Door Marja Ruijterman
We zaten in twee geriefelijke grote leunstoelen. Hij pakte mijn hand en zei: "Ik ben zo blij nu eens mijn hart te kunnen luchten, ik had het niet zover moeten laten komen en nu is het te laat en zit ik hier." Ik opperde af en toe eens met hem te komen praten, ik was vaak bij mijn vader. "Dan kom ik af en toe ook even bij jou langs." "Oh Marja, als je dat wil doen, heel graag. Het is zo fijn praten met je." We namen hartelijk afscheid en hij omhelsde me. De volgende dag zag ik hem weer: "Ha David!" riep ik vrolijk uit. David keek me aan en vroeg vriendelijk: "Dag mevrouw, wie bent u?"
© Nationale Zorggids / Marja Ruijterman