Door Marja Ruijterman
Over je te klein of te groot voelen en over gelijkwaardigheid.
Ken je 'm nog, dat kleine kuikentje? "Zij zijn groot en ik is klein en dat is niet eerlijk!" Wie voelt niet af en toe het Calimero-effect? Als redelijk denkend mens lijkt het of we dit station zijn gepasseerd, maar af en toe kan het de kop weer opsteken...
Door Marja Ruijterman
Sommige mensen of situaties roepen het weer op. Net als je denkt dat je nu wel volwassen bent en stevig in je schoenen staat, slaat het weer toe. Je zit voor een sollicitatiecommissie van een aantal mensen of iemand lijkt op je vader of een leraar, waardoor je je ineens weer een klein meisje of jongetje voelt. Iemand vertelde laatst dat tijdens een gesprek een collega haar wenkbrauw optrok. Dat was alles, maar toch reageerde hij als een puber.
Natuurlijk laat je je niet kennen en we hebben allemaal zo onze manieren gevonden hoe ermee om te gaan. De één doet stoer of arrogant en de ander duikt weg of begint te giechelen.
Hoe pas je het principe van gelijkwaardigheid toe?
Het is heel eenvoudig, niet ingewikkeld, en binnen een seconde te doen. De eerste keer dat ik als vrouw met een bedrijf naar een potentiële klant ging, had ik me keurig in een pakje gehesen en zat in de gang te wachten tot ik binnen werd geroepen.
Ik voelde me als 'kleine' Marja die de grote wereld induikt. Enkele seconden voor ik binnenstapte bedacht ik me dat dit helemaal mis ging. Ik besloot ter plekke dat ik een vrouw met een bedrijf was en een prachtig aanbod had. Mijn houding veranderde in een volwassen houding en op het moment dat ik de man ontmoette, kon ik hem ontspannen een stevige hand geven. Het was binnen een seconde gepiept.
Peter was leidinggevende over tien medewerkers. Hij had het gevoel dat hij niet geschikt was voor dit werk. Het idee dat hij leidinggevende was had zich nog niet in hem geworteld. Hij was altijd bang dat men hem zou 'overrulen'. Daardoor voelde hij zich niet op zijn gemak bij zijn eigen leidinggevende, volgens hem een autoritaire man.
Als hij een gesprek met hem had, voelde hij zich kleintjes en zwak. We hebben gekeken naar de houding waarmee Peter bij zijn leidinggevende zat tijdens een gesprek. Een beetje uitgezakt en lage schouders. Ook keken we naar zijn gedachten op dat moment. "Hij is veel krachtiger dan ik, hij doorziet mij!" Zijn adem zat zowat in zijn keel en zijn uitstraling was minimaal.
Wat kun je doen als je dit bij jezelf herkent?
Ga goed zitten, stevig met de billen op de stoel en benen op de grond. Stap in het bewustzijn van gelijkwaardigheid. Dat is eenvoudiger dan je denkt. Zeg tegen jezelf: "Wij zijn gelijkwaardig!" Kijk de ander recht in de ogen. Mogelijk effect in het begin: trillende knieën en het koude zweet. Laat maar komen, geeft niets en het hoort erbij. Houd vol en ga er vanuit: "Ik kan dit aan, wij zijn gelijkwaardig." Blijf rustig in- en uitademen. Als je wat zegt, zeg het op de uitademing, dan adem je de spanning het lichaam uit.
Het is geen truc, maar een snelle methode om te komen bij wie je werkelijk bent. Je wordt ontspannen en je voelt dat je het waard bent om er te zijn. Binnen twee maanden vond Peter een baan als leidinggevende van vijfentwintig medewerkers en hij doet dat nu al jaren met veel plezier.
De andere kant kan ook. Het "ik is groot en zij zijn klein"-gevoel.
Je praat met iemand en opeens voel je je superieur. De ander maakt zich kleiner dan jij en kijkt tegen je op. De valkuil is dat je het prettig vindt en het streelt je ego. Dat kan compensatie zijn voor je minderwaardig voelen. Er is weinig voor nodig om de ander te doen groeien tot normale, gelijkwaardige proporties.
Zie hem als gelijkwaardig en reageer niet op klein gedrag. Neem de ander serieus. Ook als hij dat zelf niet doet. Je ziet de ander voor je ogen bijtrekken tot volwassen proporties.
Ik was een jonge vrouw van achttien en klein van stuk. Men had de neiging om me over mijn hoofd te aaien en te zeggen: "Ach gut, die Marja, wat een schatje." Lief natuurlijk, maar funest voor mijn zelfrespect. Tot iemand eens met me praatte als volwassene tot volwassene.
Ze deed niets bijzonders, behalve dat ze me serieus nam. Ik voelde me ter plekke groeien. Als je Calimero er uitblaast, blijf jijzelf over, de enige echte en dat voelt goed.
Tips:
- Neem het besluit: wij zijn gelijkwaardig aan elkaar. (Dat wil niet zeggen dat je ook hetzelfde bent. Ieder mens is uniek!)
- Je verandert je houding van klein naar stevig.
- Je bedenkt je: Ik ben volwassen.
- Je ademt rustig in en uit en helemaal naar de buik toe.
- Je kijkt de ander rustig aan. Als je ontwenningsverschijnselen voelt, zoals zweten, knikkende knieën: laat maar komen, het hoort erbij.
- Je begint te spreken op de uitademing.
- Lees: Susan Jeffers: "Niet durven, toch doen.
Voor mensen die het Olivier B. Bommelsyndroom hebben:
- Als je denkt dat dit boek goed is voor anderen maar niet voor jezelf.
- Als je altijd het gevoel hebt dat je anderen op hun fouten moet wijzen om jezelf groter te maken.
- Als je eerder iemands fouten ziet dan hun kwaliteiten.
- Als je op anderen neerkijkt om wie ze zijn.
- Als je denkt dat je meer bent dan anderen:
Weet dat je jezelf ter plekke kunt bevrijden en dat je zoveel gelukkiger zult zijn als je dat alles van je afgooit. Kijk opnieuw naar de mensen om je heen en zie wie ze werkelijk zijn. Kijk dieper en intensiever dan ooit. Weet dat je mag zijn wie je bent met alles er op en er aan. Dat mensen dan van je zullen houden en belangrijker: dat je van je zelf zult houden. Je hoeft alleen maar uit te blazen en tegen jezelf zeggen: "Rustig maar, het is goed zo... vanaf nu ga ik het anders doen. Ik hoef alleen mezelf te zijn, dat is goed genoeg." Je zult wonderen voor je ogen zien voltrekken. Zowel privé als op het werk. En oh, wat zul je opgelucht zijn en je omgeving ook.
© Marja Ruijterman / Nationale Zorggids