De drie ziekenhuizen met een NIPT-laboratorium verwachten na 1 april veel screeningsaanvragen van zwangere vrouwen. De NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test) is vanaf morgen beschikbaar voor alle zwangere vrouwen die willen uitsluiten of hun ongeboren kindje het down-, edwards-, of patausyndroom heeft. Het VUmc, Erasmus MC en Maastricht UMC+ verwachten de komende tijd dertig keer zoveel aanvragen voor een bloedmonster te ontvangen. Dat meldt het Algemeen Dagblad.
Eén op de drie zwangere vrouwen vraagt in het eerste trimester van hun zwangerschap om een combinatietest. Waarschijnlijk stappen zij én vrouwen die normaal gesproken geen screening zouden doen, over naar de NIPT.
De NIPT ontdekt 96 van de honderd kinderen met het syndroom van Down. “Voor het ontdekken van Down is de NIPT heel precies. De combinatietest ontdekt maar 85 van de 100 kinderen. Voor Patau- en Edwardssyndroom is de NIPT iets minder accuraat, maar nog altijd een stuk beter dan bij de combinatietest”, zegt Robert-Jan Galjaard, verbonden aan het Erasmus MC.
Waar de drie UMC’s met een NIPT-laboratorium nu nog tien bloedtests per dag doen, stijgt dat vanaf maandag waarschijnlijk naar bijna vierhonderd per dag, zegt Galjaard. De ziekenhuizen hebben hier rekening mee gehouden in de aanschaf van apparatuur en er zijn extra mensen voor aangenomen. De eerste paar maanden moeten patienten echter wel rekening houden met een iets langere wachttijd voor de uitslag.
Voor de meeste zwangeren betekent de keuze voor NIPT dat ze nog maar één test nodig hebben om een betrouwbare uitslag te krijgen. Wanneer de NIPT geen aanwijzing geeft voor down-, edwards- of patausyndroom, is geen vervolgonderzoek nodig. Bij een afwijkende NIPT uitslag is nog wel een invasieve test (vruchtwaterpunctie of vlokkentest) nodig om zekerheid te krijgen.
Stichting De Upside van Down vreest voor een downvrije samenleving. Mooi, maar gevaarlijk, noemt de stichting de NIPT. “Vrouwen moeten weten dat ze de test niet hóeven doen te doen. Nu presenteren artsen en verloskundigen de combinatietet vaak als een gegeven: dat doen we even met twaalf weken. Nu er nog een betere test is, loert het gevaar dat het nog normaler wordt om te weten te koemn dat een kind een erfelijke afwijking heeft en dat je daar dan ook wat mee doen”, zegt voorzitter Linda Germs.
Door: Redactie Nationale Zorggids