De grote media-aandacht voor het Zikavirus en het mogelijke verband met microcefalie heeft ervoor gezorgd dat de webpagina op de website van de Hersenstichting met informatie over microcefalie de laatste weken ruim 2400 bezoekers per week meer heeft dan normaal. Dat meldt de Hersenstichting.
Waar de webpagina microcefalie normaal gesproken gemiddeld 155 bezoekers per week heeft, is dat sinds de start van de media-aandacht voor het Zikavirus gestegen naar gemiddeld 2630 bezoekers per week. Dat normaal gesproken de webpagina maar weinig bezocht wordt, komt doordat het een aandoening is die relatief weinig voorkomt. Naar schatting komt microcefalie in Nederland voor bij 1 op 6000 tot 1 op 1300 pasgeborenen.
Microcefalie (micro= klein, cefalie= hoofd) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel en wordt gekenmerkt door een te kleine omvang van de schedel, omdat de hersenen zich niet volledig ontwikkeld hebben. Microcefalie is meestal aangeboren (primaire microcefalie), maar kan ook later ontstaan (secundaire microcefalie). Aangeboren microcefalie kan ontstaan door veranderingen in het erfelijk materiaal. Dit kan leiden tot ontwikkelingsstoornissen bij de foetus tijdens de zwangerschap. Andere mogelijke oorzaken zijn stofwisselingsziekten, een te vroege verbening van de schedel (craniosynostosis), schadelijke invloeden van buitenaf en bepaalde infecties tijdens de zwangerschap. Ook zuurstoftekort kan bij pasgeborenen microcefalie veroorzaken.
Op de infolijn van de Hersenstichting zijn tot nu toe nog maar enkele vragen over microcefalie en het Zikavirus binnen gekomen. Of er een verband is tussen het Zika-virus en microcefalie wordt momenteel intensief onderzocht door diverse instanties en onderzoekteams.
©Nationale Zorggids