“We zijn voortvarend aan de start gegaan, maar we hebben vorig jaar aan de bel getrokken omdat we signalen uit de praktijk kregen dat de keten bij kindermishandeling over vermoedens daarvan te langzaam werkt”, zegt wethouder Patrick van Lunteren van de gemeente Breda, één van de 27 gemeenten waar Montfoort onderzoek deed naar de kwaliteit van jeugdhulp.

Vanwege die signalen, startten de 27 een onderzoek op. Onder leiding van Montfoort werd uitgezocht wat de knelpunten zijn. Een ernstige tekortkoming is de tijd die over een individueel traject heen gaat. Soms duurt het acht maanden om van melding over te gaan tot actie. Organisaties hebben maximaal vijf maanden de tijd om te beslissen wat het vervolgtraject voor een kind is.

Kinderen die per direct uit huis geplaatst moeten worden, worden dat ook. Maar in situaties waar er slechts vermoedens zijn, duurt het veel te lang voordat een kind die mogelijk kampt met ernstige opvoed- of opgroeiproblemen wordt geholpen.

In de regio zijn onder meer de William Schrikker Groep, Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdbescherming Brabant, wijkteams en de reclassering aan de slag om kinderen te helpen, maar vanwege de verschillende invalshoeken en werkwijzen loopt de samenwerking stroef.  Het komt hierdoor soms voor dat een cliënt niet één, maar vijf keer zijn verhaal moet doen. Bovendien zijn partijen het vaak niet eens over de benodigde hulpverlening, waardoor het traject nog meer vertraagt.

Het is de gemeenten inmiddels duidelijk dat de samenwerking in de jeugdhulp moet veranderen. Wethouder Arjan van der Weegen van Bergen op Zoom pleit voor meer samenwerking en snellere informatiedeling. Sinds kort zijn veiligheidsteams en het project Family Justice Center in Tilburg opgericht om een bijdrage te leveren aan het terugdringen van kindermishandeling in de regio. 

Door: Redactie Nationale Zorggids