Baby’s die tijdens de coronaperiode zijn geboren (2020-2022) hadden een sociaal-emotionele achterstand ten opzichte van kinderen die voor de pandemie werden geboren. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt ook dat de woordenschat bij corona-peuters beduidend kleiner is dan die pre-coronapeuters. Dit meldt NOS.
Volgens onderzoekers hebben baby’s hebben baby’s die tijdens de coronaperiode zijn geboren een sociaal-emotionele achterstand op die van baby’s die voor de pandemie zijn geboren. Goede sociaal-emotionele vaardigheden dragen bij aan betere samenwerking, conflictoplossend vermogen en betere sociale en emotionele vaardigheden. Mogelijk ligt de stress van de moeder tijdens de zwangerschap of aan het begin van de ouderschap hieraan ten grondslag.
Minder sociale contacten
De oorzaak van de kleine woordenschat ligt vermoedelijk aan de weinige sociale contacten. Baby’s kwamen in 2020, 2021 en 2022 minder vaak in aanraking met opa’s en oma’s, maar ook bleven ze veelal thuis van de opvang en hadden ze hierdoor geen contact met vriendjes. Voor jonge kinderen is het van groot belang om diverse gesprekspartners te hebben, omdat iedereen dingen anders zegt. “Juist al die verschillen maakt dat kinderen uiteindelijk een heel grote woordenschat ontwikkelen.”
Langetermijngevolgen
Wat de langetermijngevolgen precies zijn, is niet duidelijk. Wel is de verwachting dat de achterstanden blijven aanhouden. Daarom pleiten de onderzoekers ook voor extra ondersteuning voor het ontwikkelen van taal- en leesvaardigheden. De sociaal-emotionele achterstand is enigszins in te lopen door kinderen niet zo vaak voor een televisie of tablet te plaatsen. “Ouders denken vaak dat kinderen leren van tv kijken, maar de taal- en sociaal-emotionele vaardigheden gaan dan niet vooruit. Als je die achterstanden wilt inlopen, is het veel beter om ze met vriendjes te laten spelen.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky