Het aantal jongeren tussen de 12 en 25 jaar dat psychisch ongezond is steeg de afgelopen 10 jaar van 7 naar 8 procent. Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek vorig jaar al. Deze stijging zit vooral bij meisjes tussen de 14 en 17 jaar op havo, vwo en mbo. Ook bij jonge mannen vanaf 22 jaar vond een stijging plaats, blijkt uit een inventarisatie door RIVM, Trimbos-instituut en Amsterdam UMC in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid. Dit meldt RIVM.
Bij meisjes op havo, vwo en mbo lijken de psychische problemen op jongere leeftijd te beginnen dan 10 jaar geleden. Bij jongens is de stijging gelijkmatiger verdeeld over opleidingsniveaus en leeftijdsgroepen. Rond 25 jaar is er geen verschil in psychische ongezondheid tussen mannen en vrouwen, daarvoor en daarna wel. In de groepen hoog- en middelopgeleiden ligt het hoogtepunt in psychische ongezondheid rond de 20 en 30 jaar. Daarna lijkt het percentage te dalen. Vanaf ongeveer 30 jaar zijn er juist in de groep laagopgeleiden meer mensen die psychisch ongezond zijn.
Maatschappelijke ontwikkelingen
De laatste tijd is er veel aandacht geweest voor de mentale gezondheid van jongeren. Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen spelen een rol in de discussie. Onderwerpen als prestatiedruk, de rol van social media en het leenstelsel komen hierbij ter sprake. Of deze ontwikkelingen ook echt van invloed zijn op hoeveel jongeren psychische problemen hebben, is op basis van de huidige cijfers niet te zeggen.
Door het ministerie van Volksgezondheid uit te zetten vervolgonderzoek zal mede gericht zijn op een handelingsperspectief voor gemeenten om te bevorderen dat kinderen en jongeren mentale gezondheidsvaardigheden ontwikkelen.
Door: Nationale Zorggids