Inkomen blijkt samen te hangen met de manier waarop kanker wordt behandeld. Dit kan duiden op ongelijkheden in de kankerzorg, stellen onderzoekers van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL). Patiënten uit lagere inkomensgroepen krijgen namelijk minder vaak een tumorgerichte behandeling dan patiënten met een hoger inkomen. Ook ondergaan zij vaker een minder ingrijpende behandeling. De onderzoekers keken hiervoor naar vijf veelvoorkomende kankersoorten: borstkanker, niet-kleincellige longkanker, darmkanker, prostaatkanker en melanoom. Dit meldt IKNL.
Tumorgerichte behandelingen zijn erop gericht tumoren of uitzaaiingen te behandelen en hebben als doel genezing, het stoppen van de tumorgroei of levensverlening. Patiënten uit lagere inkomensgroepen krijgen deze behandeling minder vaak dan patiënten met een hoger inkomen. Wanneer patiënten met een lager inkomen wél behandeld worden, ondergaan ze ook nog eens minder ingrijpende behandelingen.
De onderzoekers zagen echter weinige sociaaleconomische verschillen op het gebied van complicaties, ziekenhuisopnames of het stopzetten van kuren. Toch komen patiënten met vergevorderde kanker uit lagere inkomensgroepen in de laatste zes maanden van hun leven vaker bij een hulpverlener dan kankerpatiënten met een hoger inkomen.
Persoonlijke en fysieke factoren
Verschillende factoren verklaren deze verschillen, waaronder fysieke en persoonlijke factoren. Patiënten met een lager inkomen hebben bijvoorbeeld vaker bijkomende ziektes, een slechtere conditie, hoger BM en roken vaker. Zij doen ook minder vaak mee met prehabilitatieprogramma’s voorafgaand aan een kankerbehandeling, die hun conditie moeten verbeteren.
Persoonsgerichte zorg
Patiënten met een kleinere portemonnee hebben ook vaker beperkte gezondheidsvaardigheden en hebben minder vaak de mogelijkheid om naar een gespecialiseerd ziekenhuis te reizen. Deze persoonlijke factoren spelen een rol bij het maken van gezondheidskeuzes. Tegelijkertijd kunnen de verschillen in behandeling tussen inkomensgroepen ook wijzen op persoonsgerichte zorg. IKNL adviseert zorgverleners dan ook hier nog sterker op in te zetten door begrijpelijke taal te gebruiken en jargon juist te vermijden. Ook zouden ze eventuele leefstijlveranderingen bespreekbaar moeten maken en hiervoor eventueel doorverwijzen naar de huisarts of een leefstijlloket. Voor patiënten geldt dat het belangrijk is dat ze weten dat ze een keuze hebben en dit altijd met hun zorgverlener kunnen bespreken.
Door: Nationale Zorggids