Het was vorig jaar vaker nodig om maatregelen te nemen tegen de geneesmiddelentekort dan in 2022. Zo was het bijvoorbeeld vaker nodig om alternatieve medicijnen uit het buitenland te halen. Hiervoor gaf de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) 140 keer toestemming voor 46 medicijnen aan fabrikanten, groothandelaren en apothekers. In 2022 gaf de IGJ nog 132 keer toestemming voor het halen van 54 alternatieven uit het buitenland. Tijdelijke toestemming voor buitenlandse medicijnverpakkingen werd 72 keer gegeven door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen. Dit gebeurde in 2022 met 24 keer flink minder vaak, meldt IGJ.
Mogelijke leveringsproblemen kwamen in 2023 5.091 keer voor 2.531 medicijnen voor. In 2022 kwamen hierover juist meer meldingen binnen: 5.921 keer voor 2.702 geneesmiddelen. Het vermoeden is dat er minder is gemeld omdat bedrijven minder vaak uit voorzorg melden. Het is namelijk niet zo dat de tekorten vorig jaar zijn afgenomen. In 2023 waren er zeven ernstige medicijntekorten, waaronder voor het jichtmedicijn allopurinol en het epilepsiemiddel clobazam. Bij Ozempic en Victoza waarschuwde het CBG zorgverleners en consumenten om het medicijn beschikbaar te houden voor diabetespatiënten.
Extra tijd
Geneesmiddelentekorten worden bestreden door toestemming te geven voor alternatieve medicijnen uit het buitenland of het beoordelen van medicijndossiers met voorrang. Alternatieven uit het buitenland halen betekent niet altijd dat deze meteen af te halen zijn bij de apotheek: apothekers, artsen én patiënten zijn meer tijd kwijt aan het verkrijgen van deze middelen. Patiënten moeten bijvoorbeeld op een later moment nog eens naar de apotheek.
Vertraging in productie
In 56 procent van de gemelde mogelijke leveringsproblemen ging het om een vertraging in de productie of kwaliteitscontrole. Een toename van de vraag werd bij 23 procent van de gevallen gemeld. Langdurige tekorten komen vaak door grondstoftekorten of productieproblemen.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky