Weinig animo in Nederland voor voorbereiding op nieuwe pandemie
Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat de meeste Nederlanders weinig voelen voor een ‘pandemische paraatheid’. Ze hebben dus weinig zin om zich voor te bereiden op een mogelijke nieuwe pandemie of andere ramp. Hoewel velen aangeven dat de kans op een nieuwe pandemie groot is, kiezen de meesten ervoor zich hier niet mee bezig te houden. Deze houding is grotendeels gebaseerd op de gedachte dat de toekomst niet te voorspellen valt, meldt het RIVM.
Tijdens groepsgesprekken gaf een grote meerderheid aan niet bezig te willen zijn met eventuele toekomstige rampen. Een belangrijke reden hiervoor is de wens om niet over negatieve zaken na te denken vanwege de zorgen die daarbij komen kijken. Ook spelen negatieve herinneringen aan de coronapandemie hierbij een rol. Bovendien zijn er velen die van mening zijn dat het voorbereiden op een pandemie vooral een taak is van de overheid.
Praktische obstakels
Binnen de kleine groep mensen die wel pandemisch paraat willen zijn, zijn er verschillende praktische bezwaren. Zo geeft men aan niet goed te weten welke spullen ze precies in huis zouden moeten halen en lopen ze tegen problemen aan zoals ruimtegebrek, de kosten van noodvoorraad en de beperkte houdbaarheid van producten die lange tijd opgeslagen moeten blijven.
Rol overheid
Het RIVM beveelt aan dat de overheid beter duidelijk maakt waarom voorbereidingen toch zinvol kunnen zijn, ook als de aard van de ramp nog onbekend is. Door in te zetten op bewustwording van een gedeelde verantwoordelijkheid en het aanbieden van praktische stappenplannen, kan de overheid mensen mogelijk beter ondersteunen en motiveren om zelf preventieve maatregelen te treffen voor een toekomstige crisis.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky