Steeds meer werknemers moeten naast hun baan ook nog eens zorgen voor naasten. 74 procent van de werkgevers maakt zich hier zorgen over en zegt op te moeten draaien voor taken die de overheid bij mantelzorgers heeft neergelegd. Werknemers die ook mantelzorger zijn hebben namelijk een hoger ziekteverzuim en zorgen vaker voor personele problemen en hogere bedrijfskosten. Dit meldt Pointer dat hier samen met Fello onderzoek naar liet doen.
Door de vergrijzende samenleving en het beleid van de overheid om langer thuis te wonen, zijn steeds vaker mantelzorgers nodig. In opdracht van Pointer en Fello ondervroeg Motivaction vijfhonderd bedrijven hierover. De helft van hen heeft het aantal mantelzorgers in twee jaar tijd zien toenemen. Het gevolg is dat bij 40 procent mantelzorg een belangrijke reden is voor ziekteverzuim. Ruim 30 procent spreekt van een financiële strop door zieke mantelzorgers.
Kort- en langdurig zorgverlof
Werk en mantelzorg zijn een zeer lastige combinatie, waardoor werknemers uiteindelijk hun stapje terug moeten doen in hun carrière, in de ziektewet raken of moeten stoppen met hun baan. Het zorgverlof is in het leven geroepen zodat mantelzorg en werk wel te combineren zijn. Deze vorm van verlof duurt niet meer dan twee weken per jaar en komt uit de zak van de werkgever. Langdurig zorgverlof is ook een optie, maar in de meeste sectoren krijgen werknemers daar geen geld voor. 54 procent van de ondervraagde werkgevers is dan ook voor het uitbreiden van het zorgverlof. Voorwaarde is wel dat de overheid gaat meebetalen, net als bij ouderschapsverlof.
Advies SER
Desgevraagd laat demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid weten open te staan voor uitbreiding van zorgverlof en financiering ervan door de overheid. Hij heeft hiervoor een adviesaanvraag gedaan bij de Sociaal Economische Raad. “Alleen is het natuurlijk ook in deze fase van een demissionair kabinet onmogelijk om te zeggen dit moet gaan gebeuren, want daar zal een nieuw kabinet uiteindelijk een eigen afweging over moeten maken.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky