Bijna 9.000 meer sterfgevallen dan gemiddeld in eerste negen weken corona
In de eerste negen weken van de corona-epidemie (week 11 tot en met week 19) overleden in totaal naar schatting bijna 9.000  mensen meer dan je in deze periode zou verwachten. In totaal overleden bijna 36.000 mensen, terwijl naar schatting 27.000 mensen zouden zijn overleden als er geen epidemie was geweest. Dit komt neer op een relatieve oversterfte van 32 procent. Het verwachte aantal overledenen en de oversterfte is geschat op basis van het aantal overledenen in de voorafgaande weken, gecorrigeerd voor seizoensgebonden factoren. Dat melden het CBS, Amsterdam UMC en het RIVM op basis van de voorlopige sterftecijfers per week.
Voor vorige week wordt het aantal overledenen geschat op ruim 3.000. De schatting is gebaseerd op het aantal overlijdensberichten dat het CBS tot nu toe ontvangen heeft voor week 19. Daarmee zit de sterfte nog boven het niveau van wat normaal zou zijn in deze periode. Gecorrigeerd voor het seizoen zouden in week 19 naar schatting 100 mensen minder zijn overleden als er geen corona-epidemie was geweest.
 
In 2020 overleden er tot en met week 10 (tot en met 8 maart) gemiddeld 3.134 mensen per week. Daarna steeg de sterfte, met in week 14 een piek van 5.078 sterfgevallen. In totaal zijn 5.522 overleden Covid-19-patiënten aan het RIVM gemeld voor de weken 11 tot en met 19 (stand donderdag 14 mei 2020). 
 

Geen verschillen in oversterfte tussen hoog en laag inkomen

Over de periode 9 maart tot en met 19 april - de eerste zes weken van de corona-epidemie - zijn geen duidelijke verschillen gevonden in de oversterfte naar huishoudensinkomen en welvaartsniveau. Mensen werden ongeacht hun inkomen en welvaart in ongeveer gelijke mate getroffen. In de eerste twee weken van de corona-epidemie was er wel een verschil en werden de meest welvarende mensen relatief meer getroffen. In latere weken was de sterfte in gelijke mate verhoogd bij alle inkomensgroepen.
 

Oversterfte hoger bij mensen met een migratieachtergrond

De relatieve oversterfte was in de eerste zes weken van de corona-epidemie hoger onder inwoners met een migratieachtergrond dan onder inwoners met een Nederlandse achtergrond. Absoluut gezien was het aantal overledenen met een migratieachtergrond echter klein. Van de totale oversterfte in week 11 tot en met 16 had 14 procent van de overledenen een migratieachtergrond.
 

Sterfte in alle leeftijdsgroepen nu bijna terug op normaal niveau

Het aantal overledenen in week 19 ligt voor alle leeftijdsgroepen nog net boven wat voor deze tijd van het jaar normaal is. Naar schatting overleden in week 19 ruim 1.700 mensen van 80 jaar of ouder, ruim 900 mensen van 65 tot 80 jaar en bijna 400 mensen jonger dan 65 jaar.
 
In week 11 tot en met week 19 lag de sterfte vooral hoger bij mensen van 65 jaar of ouder. De relatieve oversterfte in deze leeftijdsgroep was naar schatting 34 procent. Bij de groep mensen jonger dan 65 jaar wordt de relatieve oversterfte geschat op 16 procent. In de leeftijdsgroep van 65 tot 80 jaar is nog de meeste oversterfte zichtbaar.
 
In de eerste zes weken was vooral de sterfte onder mannen verhoogd. De relatieve oversterfte wordt geschat op 36 procent voor mannen en 27 procent voor vrouwen. Voor zowel mannen als vrouwen is de sterfte in week 19 nog net hoger dan wat normaal is voor deze tijd van het jaar. Naar schatting overleden in week 19 iets meer dan 1.450 mannen en 1.550 vrouwen.
 

Limburg en Noord-Brabant meest getroffen

De geschatte oversterfte tijdens de eerste negen weken van de corona-epidemie was het grootst in Limburg (58 procent meer overledenen dan verwacht), gevolgd door Noord-Brabant (55 procent). In Gelderland, Overijssel, Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland was de sterfte tussen de 25 procent en 20 procent hoger dan verwacht. In de overige provincies was de sterfte 15 procent of minder verhoogd. In Groningen was geen sprake van oversterfte.
 
In week 19 is in bijna alle provincies het aantal overledenen op het niveau dat normaal is gegeven de tijd van het jaar.
 
Door: Nationale Zorggids