Een centraal register voor private equity in de jeugdhulp en gezondheidszorg moet voorkomen dat winsten zomaar worden weggesluisd en verliesgevende onderdelen worden verkocht. De SP en GroenLinks-PvdA kwamen deze week met een voorstel hiertoe, maar demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen ziet daar geen heil in. Desondanks kon de motie rekenen op steun van een Kamermeerderheid. Dit meldt Binnenlands Bestuur.
Sarah Dobbe van de SP diende deze motie samen met GL-PvdA-Kamerlid Lisa Westerveld omdat zij vinden dat er in Nederland geen plek is voor private equity in de jeugdzorg. De sector zou geen verdienmodel moeten zijn voor “buitenlandse sprinkhaancapitalisten”. Uit recent onderzoek blijkt echter dat slecht een klein deel van de jeugdhulpaanbieders gefinancierd wordt door investeerders. Ook het aantal winstuitkeringen in de jeugdzorg valt mee: slechts één jeugdhulpaanbieder keerde in 2021 dividend uit aan een private equity-houder. In 2022 gebeurde dit helemaal niet.
Red flags
Desondanks zijn er bij gefinancierde jeugdhulpaanbieders vaker red flags. Hoe meer red flags, hoe hoger het risico op niet-integere bedrijfsvoering. Deze aanbieders van jeugdzorg hebben vaak complexe financiële structuren en een gemiddeld hoger inkomen per fte. Dit kan duiden op een gemiddeld hoger rendement per fte. Onderzoeksbureau EY heeft niet kunnen bewijzen dat jeugdhulpaanbieders die worden gefinancierd door private equity een hoger risico op niet-integer gedrag hebben. Van Ooijen noemt het goed nieuws, maar Dobbe van de SP stelt dat dit geen garantie is voor de toekomst en dat het onderzoek diverse alarmbellen laat afgaan.
Doorgeschoten marktwerking
Daarom willen zij en Westerveld een register. Maar Van Ooijen wil aanbieders daar niet mee belasten. Wel wil hij actie ondernemen tegen de doorgeschoten marktwerking, door onder meer de rol van gemeenten bij de inkoop aan te passen. Ook zou er meer transparantie moeten komen over de prijzen in de sector.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky