Wie zich voor slapeloosheid laat behandelen met cognitieve gedragstherapie, vermindert daarmee ook meteen zijn angst- of depressieklachten. Britse onderzoekers zeggen namelijk dat een permanent slechte nachtrust juist zorgt voor mentale problemen bij jongvolwassenen. Dat meldt NU.nl.
De onderzoekers onderwierpen bijna vierduizend studenten aan een test. De helft van de deelnemers kreeg gedragstherapie om zijn slapelooshied op te lossen en de andere helft werd volgens de richtlijnen behandeld. Wie gedragstherapie kreeg, werd geleerd om anders tegen gedrag aan te kijken en ze leerden om de juiste koppeling te maken tussen slapen, vermoeidheid en een bed.
De cognitieve therapeut vroeg deelnemers ook om na te denken over hun dag. Ook moesten ze hun slaapkamer zodanig aanpassen, dat het compleet naar wens was. Alle deelnemers moesten een vragenlijst invullen. Hieruit bleek uiteindelijk dat gedragstherapie slapeloosheid inderdaad helpt afnemen, en tegelijkertijd de symptomen van mentale problemen als hallucinaties laat wegnemen. De deelnemers in deze groep merkten ook dat hun depressie- en angstklachten afnamen.
“Slaapproblemen zijn een veelvoorkomend probleem bij mensen met mentale problemen. Eerder werd gedacht dat slapeloosheid een symptoom was en niet de oorzaak van deze psychische problemen. De uitkomst van dit onderzoek laat zien dat slapeloosheid zomaar de oorzaak van een mindere mentale gezondheid zou kunnen zijn”, aldus hoofdonderzoek Daniel Freeman.
Door: Redactie Nationale Zorggids
