Herseninstituut: ‘Niet alle slapelozen op een hoop te gooien’

Wie langer dan drie maanden meer dan drie nachten per week kampt met slaapproblemen, heeft last van slapeloosheid. De aandoening, ook wel insomnie genoemd, is de meest voorkomende slaapstoornis. Zo’n 10 procent van de bevolking heeft hier chronisch last van. De onderliggende hersenmechanismen zijn echter nog altijd onbegrepen. Uit onderzoek van het Nederlands Herseninstituut blijkt nu dat verschillende afwijkende hersenverbindingen tot dezelfde kwetsbaarheid voor slapeloosheid kunnen leiden. Niet mensen met insomnie zijn dus op een hoop te gooien, aldus het Nederlands Herseninstituut.  

Het instituut stelde eerder al vast dat er vijf typen slapelozen zijn, met dezelfde slaapproblemen maar afwijkende persoonlijkheden en stemmingen. Onderzoeker Rom Bresser wilde met MRI-hersenscans achterhalen of deze vijf typen verschillen in wáár in de hersenen witte stof afwijkt en dat blijkt zo te zijn.

Andere circuits met andere afwijkingen

“Zo zagen we dat het limbische circuit, belangrijk voor emoties, meer afwijkende verbindingen heeft bij insomnie-types die minder positieve emoties rapporteren. Bij elk type zagen we weer andere circuits met andere afwijkingen. Als we geen onderscheid hadden gemaakt en alle typen op een hoop hadden gegooid, waren de meeste aanwijzingen voor verschillende biologische kwetsbaarheden onopgemerkt gebleven”, zegt Bresser over het onderzoek van zijn collega Tessa Blanken die de verschillende typen slapelozen ontdekte.

Passende behandeling

De hoop is dat deze nieuwe kennis helpt bij het ontwikkelen van passendere behandelingen. Slapeloosheid van het subtype kwetsbare in het emotionele hersencircuit, kan bijvoorbeeld behandeld worden op het gebied van emotieverwerking.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky