Nieuwe moleculaire microbiologische testen zijn in staat om snel meer bacteriën en vooral meer virussen op te sporen. Omdat ze relatief duur zijn, worden deze testen nog niet overal gebruikt. Arts-microbioloog Inge Huijskens pleit ervoor dat wél te doen. ‘Gedetailleerde informatie over bacteriële en virale ziekteverwekkers helpt om de juiste antibiotica voor te schrijven, om ernstigere infecties vroegtijdig te herkennen en is ook nuttig bij het in kaart brengen van epidemieën.’ Huijskens promoveert op 25 november bij VUmc.
Iedereen krijgt in zijn leven te maken met luchtweginfecties, van milde - zoals een snotneus - tot ernstige - zoals een longontsteking. De oorzaken kunnen bacterieel, viraal of gemengd zijn. Maar wat de exacte oorzaak is, valt moeilijk af te leiden uit klinische symptomen als koorts, hoesten of benauwdheid. Toch is het heel belangrijk om de oorzaak te weten, omdat daarmee kan worden voorkomen dat antibiotica onterecht wordt voorgeschreven (antibiotica werkt niet bij een virus) en omdat een epidemie sneller te herkennen is als de oorzaak van een luchtweginfectie bekend is.
Met nieuwe microbiologische technieken kan de oorzaak van een luchtweginfectie binnen enkele uren worden gevonden, in tegenstelling tot het kweken van virussen, dat soms wel veertien dagen in beslag neemt. Ondanks dat de nieuwe technieken relatief duur zijn, pleit Huijskens voor het gebruik van deze testen, die zij onderzocht op effectiviteit.
Dat deed zij bij 408 patiënten die een longontsteking hadden opgelopen. Nu krijgen mensen die thuis een longontsteking oplopen vaak breedspectrum antibiotica als eerste behandeling. Vooral in de eerste lijn doet men nu nauwelijks diagnostiek en geeft men veel antibiotica. Huijskens: ‘Uit mijn onderzoek bleek dat virale verwekkers een grotere rol spelen bij mensen met een longontsteking dan gedacht, en virussen zijn niet gevoelig voor antibiotica. En als het wel om een bacterie gaat, is het beter om daar een specifiek antibiotica tegen te geven tegen. Op deze manier voorkom je dat bacteriën resistent worden.’
© Nationale Zorggids