Therapieresistente depressie te behandelen met magnetische simulatie

Mensen met een depressie die niet reageren op antidepressiva, reageren beter op magnetische simulatie dan op diverse medicijnwisselingen. Ruim 66 procent van de mensen met een ernstige depressie heeft baat bij een combinatie van pillen met psychotherapie, maar de rest niet. Ook is de kans dat zij na een derde of vierde medicijnwissel wel reageren op een middel steeds kleiner. Uit onderzoek van het Radboudumc blijkt dat magnetische hersensimulatie (rTMS) een goed alternatief kan zijn voor deze groep patiënten met een ernstige depressie. Deze behandeling zit sinds 2017 in het basispakket van de zorgverzekering. Dit meldt het Radboudumc. 

Onderzoeker Iris Dalhuisen en psychiaters Indira Tendolkar en Philip Eijndhoven onderzochten bij bijna honderd therapieresistente patiënten wat het effect was van een ander antidepressivum in combinatie met psychotherapie tegenover het effect van rTMS en psychotherapie. Patiënten die rMTS ondergingen, moesten hiervoor acht weken lang naar de polikliniek voor 25 behandelingen van een half uur. In het begin vier keer per week en op het eind  tweemaal per week.

Behandeling met rTMS

“Met een magneet stimuleren we een hersengebied net boven de slaap, dat betrokken is bij emoties en cognitieve controles en een rol speelt bij depressie. Mensen met een depressie hebben daar een wat afwijkende activiteit. Door die locatie te stimuleren activeren we ook het dieper gelegen netwerk in de hersenen waar het deel van uitmaakt”, legt Dalhuisen uit. Ondanks dat rTMS al langer in het basispakket zit voor mensen therapieresistente depressie, was nog altijd niet duidelijk of en wanneer de behandeling moest worden ingezet. Sommige behandelaars zetten de simulatie al redelijk snel in, maar de meesten eigenlijk nooit.

Richtlijn voor behandeling van depressie aangepast

Het onderzoek van het Radboudumc toont aan dat rTMS bij therapieresistente depressie veel effectiever is dan de standaard medicijnwisselingen. Minder dan 15 procent is gebaat bij een derde of vierde medicijnswitch en niet meer dan 5 procent ziet zijn depressie verminderen of verdwijnen. Bij rTMS blijkt bijna 40 procent hier baat bij te hebben en de depressie vermindert of verdwijnt bij meer dan 25 procent van de patiënten met een ernstige vorm daarvan. Daarom is in de richtlijn voor de behandeling van depressie nu ook rTMS opgenomen. Dalhuisen zegt grote en langdurige effecten te zien na de hersensimulatie. “Dat komt omdat de behandeling leidt tot neurologische veranderingen, die daadwerkelijk depressieve symptomen beïnvloeden. Dat betekent niet dat de depressie voorgoed is verdwenen en genezen, maar wel dat we bij een terugval vaak goede resultaten boeken met een rTMS-boost of onderhoudsdosering.”

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky