Kraamverzorgenden kunnen door de personeelstekorten steeds minder uren kraamzorg geven. Uit onderzoek van FNV blijkt dat 80 procent van de kraamverzorgenden vreest voor de veiligheid van de kraamvrouw en baby. Vooral het voorkomen van complicaties en het begeleiden van borstvoeding staan onder druk vanwege tijdgebrek. Dit meldt FNV.
Ruim 86 van de kraamverzorgenden heeft zorgen over de gevolgen voor kraamvrouwen en pasgeboren baby’s als zij standaard minder kraamuren krijgen. Op dit moment is de norm 49 uur, met minimaal 24 uur. Meer dan 90 procent van de kraamverzorgenden kan geen volledige zorg meer verlenen, blijkt uit de enquête van FNV. Bijna de helft daarvan zegt minder 33 uur kraamzorg te geven, waarvan 8 procent op of zelfs onder het wettelijk minimum van 24 uur zit. Er zijn dus niet veel gezinnen meer over die volledige kraamzorg krijgen.
Vicieuze cirkel
Bestuurder Feli Escarabajal van FNV Kraamzorg stelt dat de sector in een vicieuze cirkel zit. “Minder uren zorg per kraamgezin zorgt voor een nog hogere werkdruk. Steeds meer kraamverzorgenden gooien daarom de handdoek in de ring, waardoor de werkdruk nog verder oploopt.”
Cao Kraamzorg
Op maandag 14 oktober zitten de werkgevers- en werknemersorganisaties weer bij elkaar om te praten over een nieuwe cao Kraamzorg. De uitkomsten van de enquête worden dan ook besproken, met als doel om oplossing te vinden: behoud en werving van personeel, betere werk-privébalans en meer voorspelbaarheid. “Dat zal nooit helemaal weggaan, want een bevalling is niet te plannen. Maar meer vooruitkijken en beter roosteren zal al een heel stuk schelen.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky