Het is niet nodig om de salaris van artsen in opleiding tot specialist buiten het ziekenhuis structureel te verhogen, laat het ministerie van Volksgezondheid weten. Werkgeversorganisatie SBOH had hierom gevraagd, maar volgens het ministerie liggen de salarissen voor deze artsengroep juist hoger dan bij aiossen in het ziekenhuis of de geestelijke gezondheidszorg. Dit meldt Medisch Contact.
Vooral artsen niet in opleiding tot specialist klaagden bij de SBOH over hun salaris: voorafgaand aan hun vervolgopleiding hadden ze relevante werkervaring opgedaan, maar verdienden ze minder dan een aios binnen instellingen. Ook de SBOH concludeert naar eigen onderzoek dat de salarisschalen in cao’s van ziekenhuizen, umc’s en ggz-instellingen hoger ligt dan in de cao’s van instellingen die onder het cao SBOH vallen (zoals huisartsen, geriatrische artsen en artsen verstandelijk gehandicapten).
Structurele verhoging van financiering
Daarop verzocht de SBOH het ministerie van Volksgezondheid om de financiering voor de opleidingen vanaf 2025 structureel te verhogen. Het ministerie concludeert op basis van hetzelfde onderzoek echter dat aiossen die onder de cao van SBOH vallen een hoger salaris hebben dan die van aiossen in ziekenhuizen. In het onderzoek is volgens VWS namelijk enkel gekeken naar het totale salaris en niet naar het uurloon. Op basis van uurloon verdient een aios bij de SBOH zeker 10 tot 20 procent meer dan een arts in opleiding tot specialist in een instelling. Bij de SBOH is een volledige werkweek 38 uur en dat aantal uren ligt in ziekenhuizen, umc’s en in de ggz een stuk hoger met zo’n 46 tot 48 uur. Ook hebben zorgverleners bij de SBOH meer verlofuren.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky