Vanuit de Nationale Wetenschapsagenda is 5 miljoen euro beschikbaar gesteld aan een consortium van vijf hogescholen, vier universiteiten en twintig partners die onderzoeken hoe de jeugdzorg beter kan door professionals te laten leren op de werkvloer. Dit meldt de Universiteit van Amsterdam.
De zesjarige studie van het consortium Doing What Works for Children gaat in kaart brengen hoe de jeugdzorg in Nederland verder kan professionaliseren. Er komt een ontwerp-lab en een infrastructuur dat leren op de werkvloer op team- en organisatieniveau moet stimuleren.
Leren op de werkvloer borgen
Onderzoeksleider Leonieke Boendermaker verwacht veel van het ontwerp-lab. “Er zijn al voorbeelden van het oefenen van gesprekstechnieken met een virtuele acteur op je computer of met een VR-bril op. Maar ik denk ook aan apps met reminders. Of aan het zelf gericht terugkijken van een opname van een sessie met ouders of jeugdigen in een veilige online omgeving.” Er is volgens haar nog te weinig aandacht voor het borgen van leren op de werkvloer en gebruik van technologie moet dat op gang brengen.
Consortium
Het consortium bestaat uit vier universiteiten (UvA, Universiteit Utrecht, Open Universiteit en RUN), vijf hogescholen (Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Utrecht, Saxion, NHL Stenden en HAN) en meer dan twintig samenwerkingspartners, waaronder vertegenwoordigers van cliënten, professional en beleid.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky
Vanuit welk instituut wordt het onderzoek geleid (of: aan welk instituut is de onderzoeksleider verbonden), om het onderzoek te kunnen volgen?