Wetenschappers van het UMC Utrecht hebben ontdekt dat de medicijnen die bijwerkingen van immuuntherapie bij kanker behandelen, de overleving van kankerpatiënten vermindert. Zij leven hierdoor tot 1,5 jaar korter. Daarom pleiten de onderzoekers voor aanpassing van de huidige behandeling van de bijwerkingen. Dit meldt UMC Utrecht.
Immunoherapie wordt ingezet tegen verschillende soorten kanker. Ongeveer 40 procent van de patiënten met vergevorderde kanker komt voor deze behandeling in aanmerking. De behandeling is bijzonder effectief en de verwachting is zelfs dat een deel van de patiënten met uitgezaaide kanker ermee genezen kan worden. Maar er kunnen ook bijwerkingen optreden, variërend van huiduitslag tot een ontsteking aan het hart. “Bij immuuntherapie zijn bijwerkingen compleet anders dan bij bijvoorbeeld chemotherapie. Alles kan in principe aangedaan worden via het immuunsysteem”, legt hoogleraar immuuntherapie voor solide tumoren Karin Suijkerbuijk uit.
Afweeronderdrukkende medicijnen
En die bijwerkingen gaan ook niet zomaar weg. Patiënten kunnen er ernstig ziek van worden of zelfs door komen te overlijden. Daarom wordt voor de behandeling van bijwerkingen onder meer prednison ingezet. Lange tijd werd aangenomen dat dit de effectiviteit van immuuntherapie niet beïnvloedde, maar het tegenovergestelde blijkt waar. Een hoge dosis afweeronderdrukkende medicijnen worden nu in verband gebracht met een verslechterde overleving. Ook is het aantal jaren waarin de tumor stabiel blijft lager als een patiënt behandelt wordt voor de bijwerkingen van immuuntherapie.
Volgens de onderzoekers van het UMC Utrecht is het nodig om de hoeveelheid immuunremmers eens goed onder de loop te nemen. “Daarom onderzoeken we nu strategieën om bijwerkingen optimaal te bestrijden zonder de werking van de immuuntherapie op het spel te zetten.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky