Nieuw onderzoek van wetenschappers van de universiteit in Budapest toont aan dat de meest veilige leeftijd om zwanger te worden tussen de 23 en 32 jaar is. Vrouwen in deze leeftijdscategorie hebben de kleinste kans op een kindje met aangeboren, maar niet-genetische, afwijkingen. Dit meldt ELLE.
Dat er een verband is tussen genetische aandoeningen bij een baby en de leeftijd van de moeder was al bekend, maar over niet-genetische afwijkingen is minder bekend. Daar deden onderzoekers van de Semmelweis Universiteit onderzoek naar. Moeders jonger dan 22 jaar hadden 20 procent meer kans op het ontwikkelen van niet-genetische afwijkingen dan moeders in de leeftijdscategorie 23 en 32 jaar. Voor moeders ouder dan 32 jaar geldt een verhoogd risico van 15 procent ten opzicht van de moeders in de ideale leeftijdscategorie.
Centraal zenuwstelsel
Jongere moeders hebben vooral een verhoogd risico op een kindje met problemen met het centrale zenuwstelsel en bij oudere moeders was er sprake van een verdubbelde toename van 100 procent van het risico op structurele of functionele problemen van het hoofd, de nek, oren en ogen. Dit is vooral het geval bij vrouwen ouder dan 40 jaar. Ook was er een aanzienlijke toename van problemen met de urinewegen bij baby’s met oudere moeders. Een hazenlip en hartafwijkingen zijn ook vastgestelde aandoeningen bij jongere en oudere moeders dan de ‘veiligste’ leeftijdscategorie.
Kleine toename van een kleine kans
Vruchtbaarheidsspecialist Gill Lockwood – niet betrokken bij het onderzoek – erkent de prestige van de universiteit, maar benadrukt dat vrouwen buiten de zogenaamd ideale leeftijdscategorie zich geen zorgen hoeven te maken. “Een kleine toename van een kleine kans is nog steeds klein.”
De onderzoekers analyseerden 31.128 zwangerschappen met niet-chromosomale ontwikkelingsstoornissen en vergeleken deze gegevens met 2.808.345 geregistreerde geboorten in 30 jaar tijd.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky