Maandag 18 november besprak de Tweede Kamer de voorgenomen wijzigingen in de jeugdzorg met minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid en minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming. De mannen kwamen vorige week met voorstellen om gemeenten op regionaal niveau te laten samenwerken bij zwaardere hulp voor jongeren. Kamerleden zijn blij dat er gereageerd wordt op de problemen in de jeugdzorg, maar ze hebben nog wel vragen hierover. Dit meldt de Tweede Kamer.
In 2015 werd een groot deel van de jeugdzorg overgeheveld van het Rijk naar gemeenten. Dat ging gepaard met bezuinigingen. De Jonge is niet voornemens om de decentralisatie terug te draaien, maar vindt wel dat het jeugdhulplandschap anders georganiseerd moet worden zodat meer regionale samenwerking mogelijk is.
Jeugdzorgwethouders voelen zich aangevallen
Woordvoerders van CDA en VVD laten De Jonge weten dat veel wethouders met jeugdzorg in hun portefeuille zich aangevallen voelen door het plan. Zij hebben het immers sinds 2015 met minder geld moeten doen. Bovendien is de vraag naar jeugdzorg sindsdien alleen maar toegenomen, zegt Fleur Agema van de PVV.
Kinderen uit eigen omgeving gehaald
Ook Vera Bergkamp van D66 is kritisch. Zij denkt dat het plan om regionaliseren ertoe kan leiden dat kinderen niet meer in hun eigen omgeving geholpen worden. Bergkamp en collega’s van andere partijen willen weten wat dit betekent voor de democratische controle. Neemt de invloed van gemeenten hierdoor af? Kees van der Staaij van de SGP noemt de voorgenomen maatregelen hoopgevend. Lisa Westerveld van GroenLinks vreest ervoor dat wijzigingen via een wetsvoorstel alsnog enkele jaren duren, terwijl er nú oplossingen nodig zijn.