De 16-jarige jongen die wordt verdacht van betrokkenheid bij de moord van de 14-jarige Savannah, zou uit huis geplaatst worden op advies van de kinderbescherming. De jongen had twee maanden school gemist en zou begeleid worden in ‘de laatste stappen naar volwassenheid’. Tot de daadwerkelijke uithuisplaatsing kwam het niet omdat de verdachte een paar dagen eerder werd opgepakt door de politie. Dit meldt RTL Nieuws.
De kinderrechter had besloten dat de 16-jarige jongen uit huis geplaatst moest worden. Dit gebeurde op advies van de Raad voor de Kinderbescherming. Vier weken lang zou hij ergens anders moeten verblijven en zou hij begeleiding krijgen. Ook werd Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS) van drie maanden opgelegd. De Kinderbescherming kan dit advies afgeven wanneer de belangen van het kind ernstig geschaad kunnen worden.
Het gebeurt vaker dat een kind onder toezicht wordt gesteld. In de meeste gevallen kan het kind dan wel thuis blijven wonen. Echter vond de kinderrechter de situatie zo acuut dat werd besloten dat de normale procedures te veel tijd zouden kosten. De uithuisplaatsing werd daarop volgend door de kinderrechter uitgesproken. Bureau Jeugdzorg Brabant is volgens een woordvoerster betrokken bij de zaak.
Op de dag dat de 14-jarige Savannah uit Bunschoten vermist werd, werd de verdachte veroordeeld voor schoolverzuim. Daarvoor kreeg hij van de rechter een werkstraf van 50 uur opgelegd met een proeftijd van twee jaar. De jongen zegt dat hij niet naar school ging omdat hij zijn creatieve talenten op een andere manier wilde voortzetten. De advocaat van de jongen vreest dat men zal zeggen dat hij niet deugt. “Mensen denken bij het uit huis plaatsen van een kind vaak in extremen, maar dat is niet aan de orde in deze zaak”, zegt advocaat Fleur Zijderveld die de jongen vertegenwoordigt. “Zijn jongere broertje is bijvoorbeeld niet uit huis geplaatst.
Door: Redactie Nationale Zorggids