De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van een landelijke ggz-aanbieder ongegrond verklaard. De ggz-aanbieder was in beroep gegaan tegen een boete van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vanwege onjuiste declaraties in de periode 2013-2015. De rechtbank oordeelde dat de NZa de zorgaanbieder terecht een boete heeft opgelegd.
De ggz-aanbieder declareerde de behandeling van mensen met werkgerelateerde burnoutklachten als een behandeling van een ongedifferentieerde somatoforme stoornis (een psychische stoornis vermeld in de DSM-IV ). Hierdoor werden de burnoutklachten van hun patiënten ten onterechte bij de basisverzekering gedeclareerd.
De NZa greep in om te voorkomen dat door deze foutieve manier van declareren de kosten van het basispakket verder oplopen. De burger draait hier immers voor op een dure ggz-behandeling via de premies voor de verplichte basisverzekering. Ook is er door foutief declareren minder (financiële) ruimte om mensen met een (echte) psychische stoornis te behandelen. Dit terwijl de geestelijke gezondheidszorg al langer kampt met te lange wachtlijsten en –tijden. Werkgerelateerde burnoutklachten kunnen ook in de huisartsenpraktijk door de poh-ggz behandeld worden. De uitspraak is dus een belangrijke steun in de rug voor het beleid van de NZa ter bevordering van passende zorg, aldus de toezichthouder.
Rol verzekeraars
Nu de uitspraak er is, verwacht de NZa dat de betrokken zorgverzekeraars dergelijke declaraties niet (langer) zullen vergoeden en daar gericht op gaan controleren. Daarnaast roept de NZa zorgverzekeraars op om de consequenties van deze uitspraak in de contracteringsgesprekken aan de orde te stellen.
Door: Nationale Zorggids
