De meeste begeleiders in de Nederlandse verstandelijke gehandicaptenzorg willen stervende cliënten het liefste zorg verlenen hun eigen vertrouwde woning. Zelfs als de nodige verpleegkundige expertise en ervaring (nog) daar niet aanwezig is. Slechts acht procent van de begeleiders laat de wens van de cliënt echter meewegen bij hun beslissing. In de praktijk is het ontbreken van palliatieve vaardigheden het meest voorkomende argument om een cliënt toch te verhuizen. Dit meldt Klik.org.
Vijf Nederlandse onderzoekers hielden een enquête onder artsen (algemene en voor verstandelijk gehandicapten) en begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking. Zij wilden uitzoeken wat voor deze mensen de beste omgeving is voor palliatieve zorg. Uit de antwoorden op de enquêtevragen blijkt dat de meeste professionals cliënten het liefst palliatieve zorg verlenen in hun eigen huis. Daar moet dan 24 uur per dag zorg beschikbaar zijn. 79 procent van de respondenten gaf aan dat de laatste stervende cliënt die ze hadden meegemaakt, daadwerkelijk zorg in zijn eigen vertrouwde huis gekregen had.
Als argument om een stervende cliënt toch te verhuizen werd het vaakst genoemd: onvoldoende expertise in het team en gebrek aan hulpmiddelen ter plaatse. De meeste begeleiders en artsen voor verstandelijk gehandicapten geloven dat zij rekening houden met de wens van de cliënt bij verhuizing naar een andere zorgomgeving. Toch zei slechts acht procent van de respondenten dat zij de wens van de cliënt hadden meegenomen in hun beslissing. De onderzoekers adviseren samenwerkingsprincipes toe te passen bij beslissingen over de plaats waar iemand in zijn laatste dagen wordt verzorgd. Cliënten moeten zoveel mogelijk in de besluitvorming betrokken worden.
© Nationale Zorggids