Een combinatie van cognitieve gedragstherapie en een nieuwe zelfbehandeling bij Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CVS) blijkt even goed te werken als de gebruikelijke behandeling. De getrapte zorg kost echter minder tijd. Dat meldt Artsennet.
Bij de gecombineerde methode beginnen patiënten met zelfbehandeling. Dit is een nieuwe methode gebaseerd op cognitieve gedragstherapie. Uit promotieonderzoek van Marcia Tummers van het Radboudumc in Nijmegen blijkt dat na de zelfbehandeling de meeste patiënten minder individuele sessies cognitieve gedragstherapie nodig hebben.
De zelfbehandeling bestaat uit een werkboek met opdrachten die de patiënt thuis uitvoert. Een therapeut biedt ondersteuning via e-mail. Volgens Tummers maakt het niet uit of de therapeut een cognitieve gedragstherapeut is of een getrainde sociaal-psychiatrisch verpleegkundige. Hierdoor kunnen GGZ-instellingen de zelfbehandeling ook aanbieden.
Bij één derde van de patiënten blijkt zelfbehandeling voldoende en kan het zorgtraject worden beëindigd. De overige patiënten krijgen aanvullende cognitieve gedragstherapie. Of zelfbehandeling tot resultaat leidt, blijkt enigszins te voorspellen. Jonge patiënten, patiënten die minder last hebben van depressieve klachten en patiënten die minder geneigd zijn om activiteiten te vermijden, behalen betere resultaten bij zelfbehandeling dan oudere patiënten en patiënten die wel last hebben van depressie of vermijdingsgedrag. Tummers adviseert patiënten met ernstige depressieve symptomen direct de reguliere behandeling aan te bieden in plaats van de getrapte zorg.
Verder blijkt uit het onderzoek van Tummers dat bij huisartsen waarschijnlijk sprake is van onderdiagnostiek van CVS. In een huisartsenpraktijk werd de diagnose minder vaak gesteld dan op grond van de klachten van de patiënten verwacht mag worden. Volgens Tummers zijn goede meetinstrumenten voor huisartsen daarom noodzakelijk.
© Nationale Zorggids
De effectiviteit van CGT bij CVS wordt overschat. Sterker nog, een groot deel van de patiënten (51%) meldt achteruitgang door deze therapie zo blijkt uit een grootschalige (N=>6000) internationale evaluatie(Bulletin of the IACFS/ME. 2011;19(2):59-111). Deze negatieve bevindingen zijn consistent maar worden door promotende en belanghebbende academici genegeerd.