Bij één op de zeven patiënten schrijft de huisarts nog de duurdere medicijnvariant voor. Minister Schippers van Volksgezondheid wil dat huisartsen het doelmatig voorschrijven van de goedkope variant nog verder doorvoeren dan ze nu al doen. Daarmee wil Schippers opnieuw 50 miljoen op medicijnkosten besparen. Dit meldt Trouw.
Het afgelopen jaar wilde Schippers al op deze manier de kosten voor zorg met 50 miljoen euro terugdringen. Dat lukte maar gedeeltelijk. Het resterende bedrag van 23 miljoen wordt nu gecompenseerd met verhoging van de tarieven voor huisartsenzorg.
Volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) is het bijna onmogelijk om het streefbedrag van 50 miljoen euro te halen. “Er zal hier en daar nog wat winst te behalen zijn maar de rek is er inmiddels wel uit: huisartsen zijn al veel doelmatiger gaan voorschrijven en alles wat je nu nog probeert heeft een miniem effect,” zegt bestuurder Bram Stegeman van LHV.
De LHV wil wel een systeem invoeren waarmee huisartsen kunnen zien of er een goedkoper alternatief is maar ook dat zal niet altijd werken. “Soms is de keuze voor een duurder medicijn goed te rechtvaardigen. Het kan zin dat het goedkopere middel onvoldoende werkt of bijwerkingen heeft,” aldus Stegeman. In de overige gevallen waarbij het duurdere medicijn wordt voorgeschreven gaat het vaak om vervolgrecepten van medicijnen die een specialist heeft voorgeschreven. “Het is voor huisartsen ondoenlijk om met al die patiënten in discussie te gaan of ze toch naar een goedkopere variant moeten overstappen.”
© Nationale Zorggids