Steeds vaker roepen huisartsen de hulp in van een 'praktijkondersteuner ggz' die patiënten met psychische klachten moet weghouden bij de dure gespecialiseerde zorg. Critici waarschuwen dat de onafhankelijkheid van huisartsen hiermee in het geding komt. Dat meldt de Volkskrant.
Zo'n 60 procent van de huisartsen heeft een praktijkondersteuner die patiënten met lichte psychische klachten begeleidt, en het percentage stijgt. Dat is een direct gevolg van bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg. In de plannen van minister Schippers worden veel minder patiënten doorgestuurd naar de duurdere specialistische tweedelijns ggz. In plaats daarvan moeten huisartsen de zorg op zich nemen.
Vaak blijkt de praktijkondersteuner in dienst van een groot ggz-concern. Het gevaar is dat daardoor juist meer patiënten worden doorverwezen naar de zogenoemde tweedelijns geestelijke gezondheidszorg. Dick Nieuwpoort, directeur van de Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen, denkt dat de zorg uiteindelijk alleen maar duurder zal worden. 'De praktijkondersteuner die in dienst is van Parnassia of Altrecht zal sneller doorverwijzen naar de eigen werkgever'.
Ook de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) constateert dat zulke afhankelijke praktijkondersteuners mogelijk 'meer geneigd kunnen zijn om een patiënt door te verwijzen naar de eigen werkgever of naar de tweede lijn in het algemeen'. In Drenthe klagen vrijgevestigde eerstelijns (en dus goedkopere) psychologen al over een terugloop in cliënten sinds veel huisartsen daar samenwerken met praktijkondersteuners die zijn gelieerd aan GGZ Drenthe.
Vlak voor het reces nam het parlement een PvdA-motie aan om te onderzoeken wat de verschillen zijn tussen doorverwijzingen van huisartsen met een onafhankelijke praktijkondersteuner en die van praktijkondersteuners die zijn gedetacheerd door een ggz-instelling. Daarvan zijn nu nog geen cijfers bekend.
© Nationale Zorggids