Steeds vaker zijn er ggz-klinieken die zich richten op lhbtq+’ers, waarbij de medewerkers dat zelf ook zijn. Volgens hulpverleners bieden bestaande instellingen adequate zorg, maar helpt het als een zorgverlener de cliënt écht snapt. Uit cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat homo’s en andere queers vaker last hebben van psychische problemen en ook flink vaker een suïcidepoging doen. Dit meldt AT5.
Psycholoog Jop Evers opende onlangs zijn eigen psychologiepraktijk. In de reguliere zorg is er ook aandacht voor thema’s in de homogemeenschap, maar hij ziet dat hij en zijn patiënten sneller tot de kern komen omdat iedereen in de kamer gay is. “Je spreekt dezelfde taal, je weet welke thema’s er spelen in de homogemeenschap. Het scheelt enorm als een cliënt dat niet meer hoeft uit te leggen.”
Reguliere zorg vraagt niet naar seksualiteit
Psycholoog Lin van der Donk rekent zichzelf ook tot de regenbooggemeenschap en heeft weleens verhalen gehoord dat heteropsychologen aan lesbische stellen vragen wie nu eigenlijk het mannetje is in de relatie. Ze stelt dat kwetsbare cliënt niet op dat soort vragen zitten te wachten. Sommige hulpverleners komen er zelfs pas na een jaar achter dat hun cliënt homo is. Er wordt in de reguliere ggz simpelweg niet zo snel gevraagd naar iemands seksualiteit of genderidentiteit. Van der Donk opent samen met twee collega’s de ggz-kliniek Kaleidos die in oktober open gaat. De meeste medewerkers zijn ook lhbtiq+. Het is geen vereiste, maar werkt wel drempelverlagend voor cliënten.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky