Normal_umcg__groningen

Meer kennis bij huisartsen over leefstijlinterventies en een objectieve screening voor welke patiënten deze geschikt kunnen zijn, kan het aantal effectieve verwijzingen naar interventies verhogen. Ook een andere manier van begeleiden van deelnemers aan leefstijlinterventies kan ertoe leiden dat deze effectiever zijn, waardoor meer deelnemers langer actief blijven en meer kwaliteit van leven ervaren. Dit meldt het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).

Uit onderzoek van Adrie Bouma, promovenda van het UMCG , blijkt dat huisartsen onvoldoende mogelijkheden hebben om een objectieve screening te maken van geschikte patiënten om een leefstijlprogramma te volgen. Ook zijn huisartsen vaak niet gemotiveerd en hebben ze niet de juiste middelen om door te verwijzen. Bovendien hebben ze weinig kennis over welke interventies effectief en succesvol zijn.

Bouma laat zien dat huisartsen vooral doorverwijzen als er bij een patiënt een duidelijke fysieke indicatie van een ziekte is en dat zij weinig preventief doorverwijzen. Huisartsen bleken vaker te verwijzen als ze zelf een gezonde leefstijl hebben, genoeg bewegen en gezond voedingspatroon hebben.

Barrières en motivatie van deelnemers

De combinatie van motivatie van een deelnemer om te bewegen en de barrières die een deelnemer opwerpt tegen bewegen bepalen het succes ervan. Uit Bouma’s onderzoek blijkt dat de begeleiding van deelnemers zich tot nu toe vooral richt op hun motivatie, wat alleen effectief is op de korte termijn. Ze ontwikkelde een nieuwe methode van gedragsverandering, de barrière-aanpak. Deze bestaat onder andere uit het aanleren van andere manieren om de leefstijldoelen te bereiken en het verlagen van barrières bij deelnemers. De deelnemers die twee jaar lang aan haar onderzoek meededen, bleven langer actief en gingen beter om met hun barrières.

Effectiviteit programma’s verbeteren

Bouma pleit er voor om een korte check van de leefstijl van patiënten op te nemen in het protocol voor huisartsen. Zij is er voorstander van om officiële richtlijnen en hulpmiddelen voor het screenen van geschikte patiënten te ontwikkelen. Hierdoor hebben huisartsen een indicatie voor een doorverwijzing, zodat meer mensen worden bereikt.

Door: Redactie Nationale Zorggids