Een huisarts heeft van het regionaal tuchtcollege in Eindhoven een berisping gekregen voor het schenden van het beroepsgeheim. De man had informatie over zijn inmiddels overleden patiënte gedeeld met een notaris. Tevens zouden de gegevens voor het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zijn aangedikt om de vrouw de gewenste indicatie te bezorgen. Dit meldt Skipr.
De zoon van de patiënte trok aan de bel en lichtte het tuchtcollege in. De vrouw kreeg in 2011 een indicatie voor zorg in een instelling. Echter bleek de gegeven indicatie hoger dan noodzakelijk was. De huisarts sprak eerst van dementie met gedragsproblemen, wat het CIZ later bevestigde. Toen de kinderen de financiën van hun moeder wilden inzien omdat zij immers dementerende was, werd de patiënte boos. In een verklaring van de huisarts stond toen opeens dat de vrouw “zeker niet handelsonbekwaam” en “uitstekend op de hoogte van haar financiën” was. Het tuchtcollege vond dit tegenstrijdige informatie van de huisarts.
Daarnaast heeft de man informatie over de gesteldheid van de vrouw gedeeld met de notaris. Dit ging over de wilsbekwaamheid van de patiënte, die in 2011 begon te dementeren. De vrouw heeft, toen zij nog leefde, echter geen toestemming gegeven voor het delen van deze informatie. Het regionaal tuchtcollege oordeelt daarom dat de betreffende huisarts zijn beroepsgeheim heeft geschonden.
Door: Redactie Nationale Zorggids