Normal_mantelzorg_mantelzorger_ouderen_vgz_youtube_still

Het werken in gebroken diensten komt in de thuiszorg steeds vaker voor. Voor verpleegkundigen en verzorgenden blijkt het daardoor soms moeilijk om werk en privé te combineren, wat een extra belasting is. Dat blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in het vakblad TVZ.

In de thuiszorg wordt vaak 's morgens en ’s avonds gewerkt, bijvoorbeeld om cliënten te helpen bij het opstaan en het naar bed gaan. Voor cliënten is het prettig als zij geholpen worden door dezelfde medewerker, wat voor veel thuiszorginstellingen de reden is om gebroken diensten te plannen. De CAO staat dit toe, op voorwaarde dat de werknemer voor en na de onderbreking minimaal twee uur aaneen aan het werk is.

Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) deed onderzoek onder 267 verpleegkundigen en verzorgenden uit de thuiszorg. Bijna de helft van hen draait gebroken diensten. Verzorgenden doen dit vaker (57 procent) dan verpleegkundigen (39 procent). Een groot deel van zowel verpleegkundigen als verzorgenden is negatief over de gebroken diensten. Veel van hen ervaren hierdoor lichamelijke en psychische belasting. 'Gebroken diensten geven lange dagen, mentaal ben je elf uur aan het werk', zoals een verzorgende het verwoordde.

Het draaien van gebroken diensten blijkt vooral goed voor de instelling en de cliënten, maar de zorgverleners melden problemen met het combineren van werk en privé. Volgens NIVEL-onderzoeker Anke de Veer kan het helpen als verpleegkundigen en verzorgenden meer betrokken worden bij het indelen van de diensten. 'Meer zeggenschap vermindert mogelijk de last van gebroken diensten. Verpleegkundigen en verzorgenden uit zelfsturende teams geven aan dit binnen het team naar ieders tevredenheid te kunnen oplossen', aldus De Veer.

© Nationale Zorggids