Gewrichtspijn bij ouderen wordt door zowel huisarts als patiënt vaak onderschat. Ouderen zijn geneigd te denken dat gewrichtspijn nu eenmaal hoort bij het ouder worden. Als patiënten wel op consult komen dan worden pijnklachten en functionele beperkingen niet altijd voldoende herkend en behandeld, met name als er ook andere chronische aandoeningen aanwezig zijn. Dit meldt het VUmc.
Lotte Hermsen bracht het lichamelijk en sociaal functioneren van ouderen met gewrichtspijn en andere chronische aandoeningen in kaart. Hermsen promoveert op 19 februari bij VUmc. Ongeveer de helft van alle ouderen van 65 jaar of ouder heeft dagelijks last van gewrichtspijn. De pijn heeft veel invloed op de mobiliteit, de zelfredzaamheid en het sociale leven van ouderen. Voor het onderzoek werd anderhalf jaar lang het lichamelijk en sociaal functioneren van deze groep ouderen in kaart gebracht. Ruim 400 patiënten in 22 huisartsenpraktijken werden geïnterviewd en lichamelijk onderzocht.
Hieruit blijkt dat de deelnemers zich op zowel lichamelijk als sociaal vlak erg functioneel beperkt voelen. Wel blijft het functioneren bij 70% van de deelnemers stabiel over de tijd. Hermsen stelde vast dat vooral ouderen met depressieve klachten en minder zelfcontrole over de pijn sneller achteruitgaan of chronisch slecht blijven functioneren. Ze hebben het gevoel dat ze hun pijnklachten niet goed kunnen beïnvloeden en minder sociale steun ontvangen uit de omgeving.
Hermsen ontdekte een aantal kenmerken die snelle achteruitgang in functioneren of chronisch slecht functioneren van ouderen voorspellen. De volgende stap is om deze voorspellers om te zetten in praktische aanwijzingen voor betere herkenning van achteruitgang in functioneren. De zorg kan hier dan op tijd op worden aangepast. Ook de ouderen zelf moeten beter worden voorgelicht. "Zij moeten leren dat je je niet hoeft neer te leggen bij gewrichtspijn.'
© Nationale Zorggids