Een opstapeling van ijzer in de hersenen speelt mogelijk een rol bij het ontstaan van de ziekte Alzheimer. Dat is ontdekt door wetenschappers van de University of California in Los Angeles die onderzoek doen naar het ontstaan van dementie. Dit meldt Nu.
De meeste onderzoeken naar de ziekte van Alzheimer richten zich op twee eiwitten, die een rol spelen in het verouderingsproces in de hersenen. De eiwitten tau en beta-amyloïde hopen zich op tussen zenuwcellen en hersenen. De vorming van 'plaque' kan leiden tot een verstoorde communicatie tussen neuronen of deze zelfs uitschakelen. De hippocampus is het hersengebied dat al vroeg in de ziekte wordt beschadigd.
De onderzoekers denken dat het ontstaan van de ziekte van Alzheimer al veel eerder gebeurt dan bij de vorming van de zogenaamde plaques. Er zijn aanwijzingen dat naast de eiwitten een verhoogd ijzergehalte in de hersenen ook een risicofactor vormt voor leeftijdsgerelateerde aandoeningen. Hoewel ijzer essentieel is voor het functioneren van de cellen, kan een overschot leiden tot oxidatieve schade aan met name de hersenen.
MRI-scans van de hersenen van 31 Alzheimerpatiënten en 68 controlepersonen lieten zien dat de hoeveelheid ijzer in de hypothalamus bij patiënten met Alzheimer verhoogd is. De onderzoekers keken ook naar de hoeveelheid ijzer in de thalamus, een hersengebied waar pas in een later stadium van de ziekte schade zichtbaar wordt. In dit gebied werd geen verhoogd ijzergehalte aangetroffen. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het Journal of Alzheimer's Disease.
© Nationale Zorggids