Zwangere en pas bevallen vrouwen hebben een verhoogd risico op een obsessieve-compulsieve stoornis (OCD), ofwel dwangstoornis. Waarschijnlijk komt het veel vaker voor dan tot nu toe werd aangenomen. Dwanggedachten- of handelingen kunnen een hechte relatie tussen moeder en kind in de weg staan en daarom is het belangrijk om hier meer aandacht aan te besteden en er met vrouwen over te praten. Zij durven dat nu vaak niet of hebben niet door dat ze een dwangstoornis hebben. Dit meldt Vakblad Vroeg.
Moeders met dwanggedachten of dwanghandelingen, kunnen soms ver gaan in gedachten. Ze kunnen nadenken over het laten verdrinken van hun kindje of de baby op de grond laten vallen. Een dwanghandeling kan bijvoorbeeld het continu wassen van de baby zijn. Uit onderzoek van de University of British Columbia blijkt dat 3 procent van de zwangeren en 7 procent van de vrouwen zes maanden na de bevalling een dwangstoornis hebben.
Hormonen
Psychiater Mijke Lambregtse-van den Berg van het Eramus MC (niet betrokken bij het onderzoek) zegt dat eigenlijk niet bekend is waarom zwangere vrouwen en nieuwe moeders gevoeliger zijn voor OCD. Hormonen kunnen een rol spelen. “Vrouwen vertellen pas iets over hun fantasieën waarin ze hun kind iets aandoen, als ik er gericht naar vraag. Ik stel ze dan gerust en zeg dat die gedachten vrijwel nooit leiden tot acties. En dat deze gedachten regelmatig voorkomen bij jonge moeders.”
Vrouwen weten vaak dat de gedachten die zij hebben OCD-gerelateerd zijn. En als ze dit wel weten, is er die drempel om hulp te vragen. Ze zijn bang voor ingrijpen door de kinderbescherming. Als het aan Lambregtse-van den Berg ligt, houden hulpverleners dicht bij de vrouw (bijvoorbeeld de huisarts) haar in de gaten. Soms kan een psycholoog uitkomst bieden.
Door: Nationale Zorggids